BBL Periode 1 week 3

BBL KT1 FPZ
Periode 1 
week 3
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingWelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

BBL KT1 FPZ
Periode 1 
week 3

Slide 1 - Tekstslide

Spécialite
Generiek
Parallel
Merkgeneesmiddel 
Merkloze gnm zonder octrooi onder stofnaam
Geneesmiddel uit het buitenland. 

Slide 2 - Sleepvraag

Wat betekent UA?
A
Uitwendige applicatie
B
Uiterste aanbrengdatum
C
Uitsluitend in apotheek verkrijgbaar
D
Uitmuntende apothekersassistent

Slide 3 - Quizvraag

Onder welke groep valt dit geneesmiddel?
A
Specialité
B
Generiek
C
Parallel
D
Opiumwet

Slide 4 - Quizvraag

Een apotheekhoudend huisarts ....
A
Mogen alleen UR geneesmiddelen afleveren
B
Mogen alleen geneesmiddelen afleveren aan hun eigen patiënten.
C
Mogen niet in het weekend open zijn
D
Mogen alleen UAD geneesmiddelen afleveren

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een UAD geneesmiddel?
A
Een gnm waar een recept voor nodig is.
B
Een gnm dat zonder recept in elke winkel mag worden gekocht
C
Een gnm dat zonder recept in de Kruidvat kan worden gekocht.
D
Een gnm dat je uitsluitend in de apotheek mag kopen.

Slide 6 - Quizvraag

De geneesmiddelenwet
verdeelt in 4 groepen
AV, UA, UAD en UR
welke mag door zowel de drogist verkocht worden?
A
AV en UAD
B
UA en UAD
C
UR alleen
D
AV en UR

Slide 7 - Quizvraag

Wat hoeft er NIET op een recept te staan?
A
Naam van voorschrijvend arts
B
Naam van de patiënt
C
Naam van de apotheek
D
Wijze van het gebruik

Slide 8 - Quizvraag

Medicijnen worden vaak op stofnaam voorgeschreven.
Wat wordt bedoeld met de stofnaam?
A
Naam van de werkzame stof
B
Specialité
C
Toedieningsvorm
D
Fabrikant

Slide 9 - Quizvraag

Onder welke groep valt dit geneesmiddel?
A
Specialité
B
Generiek
C
Parallel
D
AV geneesmiddel

Slide 10 - Quizvraag

Welke gegevens hoeven niet op het recept te staan maar heb ik wel nodig voor een goede receptverwerking?
A
NAW gegevens
B
BSN
C
Geboortedatum en gewicht
D
al deze antwoorden zijn goed.

Slide 11 - Quizvraag

Einde

Slide 12 - Tekstslide