Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Nederlands les 5.3 betoog
Nederlands les 5.3
Wat gaan we doen?
Opdracht boekenpitch inleveren 9 januari 2023
leesboekenupdate
herhalen lezen 4.2 argumenten beoordelen
lezen 4.3 betoog
vragen en/ of opmerkingen
klaar? Vrij lezen
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nederlands les 5.3
Wat gaan we doen?
Opdracht boekenpitch inleveren 9 januari 2023
leesboekenupdate
herhalen lezen 4.2 argumenten beoordelen
lezen 4.3 betoog
vragen en/ of opmerkingen
klaar? Vrij lezen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
LEZEN HOOFDSTUK 4
TEKSTEN MET MENINGEN LEZEN
4.3
BETOOG
Slide 3 - Tekstslide
PLANNING
herhaling argumenten beoordelen
Behandelen theorie 4.3 Betoog
Online opdracht 1 , 2 en examenopdracht maken
Slide 4 - Tekstslide
DOEL
AAN HET EINDE VAN DE LES HERKEN JE EEN BETOOG EN WEET JE OP WELKE MANIER DE SCHRIJVER JOU PROBEERT TE OVERTUIGEN
Slide 5 - Tekstslide
Voorkennis ophalen
Feit
Mening
Argument
Slide 6 - Tekstslide
Wat kun je zeggen over een feit?
A
dit is controleerbaar; waar of onwaar
B
hiermee ben je het eens of oneens
C
dit is de onderbouwing van een mening
Slide 7 - Quizvraag
Wat kun je zeggen over een argument?
A
dit is controleerbaar; waar of onwaar
B
hiermee ben je het eens of oneens
C
dit is de onderbouwing van een mening
Slide 8 - Quizvraag
Welke uitspraak met betrekking tot objectieve argumenten en subjectieve argumenten is waar:
A
Objectieve argumenten zijn niet- feitelijke uitspraken, subjectieve argumenten zijn controleerbaar.
B
Subjectieve argumenten zijn niet feitelijke uitspraken, objectieve argumenten zijn controleerbaar.
C
Argumenten, zowel de objectieve als de subjectieve, zijn foute argumenten.
D
Objectieve argumenten en subjectieve argumenten zijn verschillende soorten standpunten.
Slide 9 - Quizvraag
Beoordeel het onderstaande argument:
'Mannen rijden gemiddeld meer schade met auto's dan vrouwen.'
A
drogreden (generalisatie)
B
subjectief argument
C
objectief argument
Slide 10 - Quizvraag
Beoordeel het onderstaande argument:
'Gras in de tuin is beter dan asfalt, want dat zegt de visboer ook.'
A
drogreden (generalisatie)
B
drogreden (onjuist beroep autoriteit)
C
objectief argument
D
subjectief argument
Slide 11 - Quizvraag
Beoordeel het onderstaande argument:
'Mannen rijden gemiddeld meer schade met auto's dan vrouwen.'
A
drogreden (generalisatie)
B
subjectief argument
C
objectief argument
Slide 12 - Quizvraag
Beoordeel het onderstaande argument:
'De meeste Amerikanen zijn behoorlijk arrogant.'
A
drogreden (generalisatie)
B
drogreden (onjuist beroep autoriteit)
C
objectief argument
D
subjectief argument
Slide 13 - Quizvraag
Beoordeel het onderstaande argument:
'Mijn buurman werkt al jaren als automonteur. Volgens hem zullen we binnen 10 jaar in auto's op waterstof kunnen rijden.'
A
drogreden (generalisatie)
B
drogreden (onjuist beroep autoriteit)
C
objectief argument
D
subjectief argument
Slide 14 - Quizvraag
Uitleg
De schrijver geeft in een
betoog
duidelijk zijn mening. Hij gebruikt
argumenten
om de lezer te overtuigen van zijn gelijk.
De
hoofdgedachte
van een betoog is de mening van de auteur.
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeeld:
STANDPUNT
'Nieuwe huizen moeten niet meer worden aangesloten op het gasnet,
want we moeten zo snel mogelijk stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen (zoals gas).'
ARGUMENT
Slide 16 - Tekstslide
Uitleg
Naast argumenten vind je ook
tegenargumenten
in een betoog.
Een goede schrijver bedenkt welke argumenten de
tegenpartij
kan gebruiken en deze probeert hij meteen in zijn betoog te
weerleggen
.
Eerst noemt de schrijver een argument tegen zijn eigen standpunt. Vervolgens legt hij uit waarom dit volgens hem geen goed argument is.
Slide 17 - Tekstslide
Een voorbeeld
(in vier delen):
Slide 18 - Tekstslide
'Nieuwe huizen moeten naar mijn idee niet meer worden aangesloten op het gasnet.'
A
weerlegging
B
tegenargument
C
standpunt
D
argument
Slide 19 - Quizvraag
'Het gebruik van fossiele brandstoffen (zoals gas) is niet meer van deze tijd.'
A
weerlegging
B
tegenargument
C
standpunt
D
argument
Slide 20 - Quizvraag
'Natuurlijk moet ieder huishouden toegang hebben tot goede warmte- en energievoorzieningen.'
A
weerlegging
B
tegenargument
C
standpunt
D
argument
Slide 21 - Quizvraag
'Er zijn echter ook mogelijkheden die veel milieuvriendelijker zijn. Het is dus niet meer nodig om nieuwe huizen op het gasnet aan te sluiten.'
A
weerlegging
B
tegenargument
C
standpunt
D
argument
Slide 22 - Quizvraag
Een voorbeeldtekst:
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Wat te doen:
Online opdracht lezen 4.3
1, 2 en examenopdracht maken
Afmaken opdrachten 4.1 en 4.2
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
vragen
VRAGEN?
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
O2b 4.3 - Betoog
November 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
4.3 Betoog O2b -O2c
Februari 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
Nederlands les 5.3 betoog
Oktober 2022
- Les met
24 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
4.3 Betoog
Oktober 2022
- Les met
40 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 4
Lezen 4.3
November 2022
- Les met
19 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Hoofdstuk 4.2 en 4.3: Betoog
Maart 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Lez 4.3 Betoog
Juni 2022
- Les met
11 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Lez 4.3 Betoog
Maart 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1