In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
Wat zijn de drie bestuurslagen?
Slide 1 - Open vraag
Wie heeft de dagelijkse leiding (dagelijks bestuur) in Nederland?
Slide 2 - Open vraag
Wie is de voorzitter van het College van Gedeputeerde Staten en de Provinciale Staten?
Slide 3 - Open vraag
Wie is er verantwoordelijk voor een bereikbare regio?
A
het rijk
B
provincie
C
gemeente
Slide 4 - Quizvraag
Wie zijn de volksvertegenwoordigers op gemeentelijk niveau?
Slide 5 - Open vraag
Hoe wordt de Eerste Kamer gekozen?
A
door Provinciale Staten
B
door de Tweede Kamer
C
Door het volk
D
Is een vacature
Slide 6 - Quizvraag
Hoeveel leden heeft het parlement
A
75
B
150
C
225
D
337
Slide 7 - Quizvraag
Zorgen voor onderwijs valt onder...
A
Algemeen belang
B
Verzorgingsstaat
Slide 8 - Quizvraag
Actief kiesrecht is
A
recht om te stemmen
B
recht om je verkiesbaar te stellen
Slide 9 - Quizvraag
Wie neemt uiteindelijk de beslissingen over wetsvoorstellen?
A
parlement
B
kabinet
C
regering
Slide 10 - Quizvraag
Hoe heet het kiesstelsel van Nederland?
Slide 11 - Open vraag
Een partij die in alle gebieden van een land de meerderheid behaalt, zal volgens dit kiesstelsel alle zetels veroveren.
Bij welk stelsel past dit?
Slide 12 - Open vraag
Dit zijn mensen die niet bij elke verkiezing op dezelfde partij stemmen.
Slide 13 - Open vraag
Dit zijn voorspellingen voor een kiesuitslag op dat moment
Slide 14 - Open vraag
De belangrijkste persoon van een partij in verkiezingstijd.
Slide 15 - Open vraag
Na de verkiezingen is er nog niet meteen een nieuw kabinet. Eerst moeten ze nog uitzoeken wie er samen in een coalitie wil, wat er dan in het regeerakkoord komt te staan en wie de minister en staatssecretarissen worden.
Hoe noemen we dit proces?
Slide 16 - Open vraag
De partijen die samenwerken en samen een meerderheid hebben in de Tweede Kamer
Slide 17 - Open vraag
Een overzicht van wat de ministers hebben bereikt en welke plannen ze hebben voor het komende jaar. Deze wordt voorgelezen door de koning, maar is niet door hem geschreven.
Slide 18 - Open vraag
Direct na Prinsjesdag bespreken de politieke partijen in de Tweede Kamer de hoofdlijnen van de Miljoenennota en de rijksbegroting. Dit noemen we.......
Slide 19 - Open vraag
een situatie waarin het hele kabinet dreigt te "vallen", of daadwerkelijk zijn ontslag aanbiedt.
Slide 20 - Open vraag
Ander woord voor scheiding van machten (één van de kenmerken van een rechtsstaat)
Slide 21 - Open vraag
Het handelen van een overheid moet altijd gebaseerd zijn op een wet
Slide 22 - Open vraag
Hierin heeft één persoon, een aantal personen of één partij de hoogste macht.
Slide 23 - Open vraag
Een groep Tweede Kamerleden of Eerste Kamerleden die deel uitmaakt van dezelfde politieke partij
Slide 24 - Open vraag
Een wetsvoorstel aanpassen mag alleen de Tweede Kamer. Dit noem je....