Hoofdstuk 4: Statistiek en procenten
1 / 18
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat weet je van een groeifactor bij een toename?
A
Groeifactor = 1
B
Groeifactor > 1
C
Groeifactor < 1
D
Groeifactor = 0
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Deze vraag gaat over toename.
Match het percentage met de juiste groeifactor.
1,13
1,013
2,3
1,0013
Toename 13%
Toename 1,3%
Toename 130%
Toename 0,13%
Slide 3 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Deze vraag gaat over afname.
Match het percentage met de juiste groeifactor.
0,75
0,9975
0,975
Afname 25%
Afname 0,25%
Afname 2,5%
Slide 4 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Sleep de juiste groeifactor naar de juiste tekst.
De hoeveelheid neemt in 1 jaar met 12 % toe
De prijzen stijgen elk jaar met 1,2 %
Elk jaar zijn er 12% minder olifanten
groeifactor = 0,88
groeifactor = 1,012
groeifactor = 1,12
Slide 5 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de formule voor het berekenen van een procentuele verandering?
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Een broek van 80 euro kost in de uitverkoop 60 euro. Hoeveel procent korting heb je gekregen?
A
25%
B
40%
C
12%
D
20%
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bereken de
procentuele toename.
procentuele toename.
Slide 8 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel procent korting krijg je?
Slide 9 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
A
1347,15 euro
B
1256,04 euro
C
1345,5 euro
D
1254,50 euro
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De prijs van een TV is € 899,-
inclusief 21%BTW.
Wat kost de TV exclusief BTW?
inclusief 21%BTW.
Wat kost de TV exclusief BTW?
A
€710,20
B
€1137, 98
C
€742,98
D
€1087,79
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
cirkeldiagram
lijndiagram
beelddiagram
staafdiagram
steelbladdiagram
Slide 12 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bereken met lineair interpoleren:
x
24
?
54
y
200
100
50
Slide 13 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Schat m.b.v. interpoleren
het aantal woningen in 2015
het aantal woningen in 2015
Slide 14 - Open vraag
7740 - 7107 = 633
633 : 10 = 63,3 woningen per jaar
7107 + 63,3 * 7 = 7550 woningen
Geef door extrapoleren een schatting van het aantal verkochte vliegvakanties in 2020.
Slide 15 - Open vraag
5211 - 4955 = 256 vakanties in 12 jaar
256 : 12 = 21 1/3 per jaar
5211 + 8 * 21 1/3 = 5381 2/3 --> 5382 vliegvakanties
Deze vraag heb ik nog voor de toets
Slide 16 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Link
Deze slide heeft geen instructies
