Oefentoets Lijnen en hoeken deel 1

Oefentoets H5 Lijnen en hoeken.

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets H5 Lijnen en hoeken.

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel graden zijn deze hoeken ongeveer?
40 
90
100
130
40 
100

Slide 2 - Sleepvraag

Koppel het juiste aantal graden aan de hoeken
100 graden
20
graden
160
graden
80
graden

Slide 3 - Sleepvraag

Wat kan ik tekenen met deze lijnen?
A
Evenwijdige lijn
B
Een halve lijn
C
Loodlijn
D
Een lijnstuk

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heten de hoeken?
Je kan meerdere hoeken aan een naam koppelen
Scherpe hoek

Rechte hoek
Stompe hoek

Slide 5 - Sleepvraag

Welk wiskundig hulpmiddel
heb je nodig om te weten
of een hoek recht is?

Slide 6 - Open vraag

Welk wiskundig hulpmiddel heb je nodig om de grootte van een hoek te meten.

Slide 7 - Open vraag

Met welke eenheid (maat)
meet je hoeken?

Slide 8 - Open vraag

Hoeveel graden is een rechte hoek?

Slide 9 - Open vraag

Hoeveel graden is een gestrekte hoek?

Slide 10 - Open vraag

Hoeveel graden is een volle hoek?

Slide 11 - Open vraag

Wat is het grootst?
Een stompe hoek of een rechte hoek?
A
stompe hoek
B
rechte hoek

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het grootst? Een scherpe hoek of een rechte hoek?
A
scherpe hoek
B
rechte hoek

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het grootst?
Een stompe hoek of
een gestrekte hoek?
A
stompe hoek
B
gestrekte hoek

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het grootst?
Een inspringende of
een gestrekte hoek?
A
inspringende hoek
B
gestrekte hoek

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het kleinst? Een rechte hoek of een volle hoek?
A
rechte hoek
B
volle hoek

Slide 16 - Quizvraag

Welke lijn
staat loodrecht
op lijn e?
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 17 - Quizvraag

Welke lijnen
lopen evenwijdig
aan elkaar?
A
a en b
B
b en c
C
c en d
D
d en e

Slide 18 - Quizvraag

Lijnen m en l staan .....
A
evenwijdig
B
loodrecht
C
recht
D
verticaal

Slide 19 - Quizvraag

Hoe heten de gele lijnen?
A
Loodlijnen
B
Ooglijnen
C
Evenwijdige lijnen
D
Kijklijnen

Slide 20 - Quizvraag

Zijn de kijklijnen goed getekend?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quizvraag

De pijlen wijzen naar …....
A
de kijkhoek
B
de kijklijnen
C
twee evenwijdige lijnen
D
de gestrekte hoek

Slide 22 - Quizvraag

Hoe noem je de lijnen van een hoek?
A
Lijnen
B
Hoeklijnen
C
Kijklijnen
D
Benen

Slide 23 - Quizvraag

Welke wijzers maken een scherpe hoek?
A
Klok A
B
Klok B
C
Klok C
D
Geen van allen

Slide 24 - Quizvraag

Welke wijzers maken een rechte hoek?
A
Klok A
B
Klok B
C
Klok C
D
Geen van allen

Slide 25 - Quizvraag

Welke hoek is groter? P of Q

Slide 26 - Open vraag

De taart is verdeeld in gelijke stukken.

Bereken de hoek van 1 taartpunt.

Slide 27 - Open vraag


De taart is verdeeld in gelijke stukken.
Drie taartpunten zijn een ........
A
scherpe hoek
B
rechte hoek
C
gestrekte hoek
D
volle hoek

Slide 28 - Quizvraag


De taart is verdeeld in gelijke stukken.
Alle taartpunten zijn een ........
A
scherpe hoek
B
rechte hoek
C
gestrekte hoek
D
volle hoek

Slide 29 - Quizvraag

Lijnen en lijnstukken





  • Lijn schrijf je met een kleine letter: bijvoorbeeld lijn a.
  • Lijnstuk schrijf je met twee hoofdletters: bijvoorbeeld CD. 

Slide 30 - Tekstslide

Loodlijnen
'


Wat valt op?
  • Hoek van 90 graden.
  • Rechtehoekteken 
  • De lijnen staan loodrecht op elkaar

Slide 31 - Tekstslide

Teken een lijn l in je schrift. Teken een lijn loodrecht op lijn l. Noem deze lijn m.

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

Evenwijdige lijnen

Wat valt je op?
  • De lijnen snijden elkaar niet
  • Je ziet aan de pijltjes dat lijn l en lijn m evenwijdig zijn

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Teken een ∠A van 105º.

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Video

THE END

Slide 40 - Tekstslide