8. La nevera

1 / 37
volgende
Slide 1: Video
SpaansHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

zitplan
                                                                            DOCENT

Shayan
Kaj
Salma
Gift
Noor
Adam
Hamza
Su Lea
Aya
Grace
Aubei
Cary
Iancu
Zeest
Yussuf B
Yussuf A
Libby
Adaline
Nikita
Israe
Klara
Emma
Ada
Jayda
MUUR

Slide 2 - Tekstslide

Necesitas:

- un boli
- el cuaderno



Slide 3 - Tekstslide

Vandaag beginnen wij met nieuwe vocabulaire. 
Necesitas:
- la libreta
- el cuaderno


Slide 4 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:

1. comida: werkwoord HAY
2. postres y sabores!

Slide 5 - Tekstslide

martes, 27 de junio: 
¡tortillas mexicanas! 

1. Opdracht: compras para los ingredientes
2. comemos y practicamos: 
- está bueno 
- klachten over eten

Slide 6 - Tekstslide

Oefenen: traigo = ik breng
¿qué traes?
traigo: 
traigo chile sin carne. No está picante. 
Te gusta el picante? 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

hoy es [dag], [nr] de [maand] 
1. el menú - 
2. opdracht +- 20min
2. Werkwoord HAY: ¿qué hay en tu nevera?
3. Kahoot postres

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

mi plato favorito son las coles de bruselas porque son sanas. Me gustan con aceite, limón y sal, un poco amargas. 
De postre me gusta el helado de coco, porque el coco está muy dulce y cremoso!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

¿Cuál es tu plato favorito?

Slide 14 - Open vraag

necesitas
escribe

Slide 15 - Tekstslide

CARNE
Pollo
ternera (vaca)
cerdo
cordero (oveja) 
PESCADO
merluza - heek
sardina - sardine
bacalao - kabeljauw
lubina - zeebas
dorada - brasem

Slide 16 - Tekstslide

hoy es [dag], [nr] de [maand] 
1. el menú - opdracht
2. ¿qué hay en tu nevera?
3. postres del mundo

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

HAY - there is / there are
En la nevera hay verdura, leche y mantequilla
In de koelkast er is groenten, melk en boter

Slide 19 - Tekstslide

3

Slide 20 - Video

00:53
En la cocina= in de keuken
HAY (juiste volgorde)
A
fruit, groente, vis en ook vles
B
fruit, melk, vles en ook vis
C
fruit, groente, vles en ook vis
D
las manzanas, las peras, las fresas y el limooooon

Slide 21 - Quizvraag

01:15
Hay lechuga = lettuce en la

(once and for all, goede spelling!)
A
salada
B
salatta
C
ensalada
D
ensalata

Slide 22 - Quizvraag

01:40
rápido, noem wat je zag in het Spaans

Slide 23 - Open vraag

hoy es [dag], [nr] de [maand] 
1. el menú - opdracht
2. Werkwoord HAY: ¿qué hay en tu nevera?
3. postres del mundo

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

pausa

Slide 26 - Tekstslide

mi postre favorito es el helado de coco porque está dulce y cremoso

Slide 27 - Tekstslide

EXIT TICKET
mi postre favorito es el/la ________ porque es/está
__________

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

2e deel

1. Werkblad: ¿qué hay en mi nevera? (kijk en luister)

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Maaltijden
¿A qué hora comes...?
¿qué comes para el desayuno, el almuerzo/para la comida o la cena?
Escribe of 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link

cuaderno 
21-37

Slide 34 - Tekstslide

2e deel
1. de maaltijden
2. el almuerzo
3. ¿qué hay en tu nevera?
4. werkblad: ¿qué hay en mi nevera?

Slide 35 - Tekstslide

miércoles!
- recoge la libreta

Slide 36 - Tekstslide

exit ticket
letterlijke ticket: geef je papiertje met je verjaardag om te kunnen gaan

Slide 37 - Tekstslide