1.
Spreek/gespreksvaardigheid: Een gesprek voeren over het nieuws (media, acteurs, sportnieuws, het weer, etc.)
2. Luistervaardigheid: Je leert begrijpend luisteren, o.a. naar nieuwsberichten.
3. Leesvaardigheid: Je oefent je leesvaardigheid met teksten die gaan over het nieuws, films e.d.
4. Schrijfvaardigheid: Je leert objectieve en subjectieve artikelen te schrijven. Je leert ook hoe je conectores gebruikt om je tekst tot een samenhangend geheel te maken.
5. Grammatica:
5.1 Je leert/herhaalt hoe de verschillende verleden tijden worden gevormd en toegepast in
het Spaans.
5.2 Je leert hoe je samengestelde zinnen maakt en conectores toepast.