In de Arbowet staan regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden
Slide 18 - Tekstslide
Hoeveel uur moet je werken voor een full time baan?
A
zo veel als je wilt
B
36 tot 40 uur
C
18 tot 20 uur
D
meer dan 40 uur
Slide 19 - Quizvraag
Alle dingen die te maken hebben met je praktische werksituatie/ werk plek zijn.....
A
Arbeidsomstandigheden
B
Arbowet
Slide 20 - Quizvraag
ARBO-wetten gaan over de arbeidsomstandigheden tijdens het werk.
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quizvraag
deeltijd baan
voltijd baan
werkgever
werknemer
vaste baan
Baan met een einddatum.
Iemand die betaald werk doet voor een baas.
Je baas.
tijdelijke baan
Baan voor onbepaalde tijd.
Minder dan 36 uur per week werken.
36 uur tot 40 uur per week werken.
Slide 22 - Sleepvraag
In de ...... staan regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.
A
Arbowet
B
Arbeidstijdenwet
C
WerkloosheidsWet (WW)
D
Arbeidswet
Slide 23 - Quizvraag
redenen om te werken
A
Arbeidsmotieven
B
Arbeidsovereenkomst
C
Arbeidstijdwet
D
arbeidsmarkt
Slide 24 - Quizvraag
Wat is geen arbeidsmotief?
A
geld/loon
B
het communiceren met collega's
C
reizen
D
het zijn allemaal arbeidsmotieven
Slide 25 - Quizvraag
Veel mensen werken liever buitenshuis dan dat ze thuis niets doen.
Wat is géén arbeidsmotief voor dit voorbeeld?
A
Om contact te hebben met mensen
B
om kinderopvang te kunnen betalen
C
om mee te werken aan een goed product
D
Om geld te verdienen om op vakantie te gaan
Slide 26 - Quizvraag
Ferdi en Anouk hebben het over vrijwilligerswerk. Ferdi zegt: ‘Vrijwilligerswerk is onbetaald of je krijgt een vrijwiligersvergoeding.’ Anouk zegt: ‘Vrijwilligerswerk doe je vooral omdat je nuttig wil zijn.’
Wie heeft er gelijk?
A
Ferdi
B
Anouk
C
Beide
D
Niemand
Slide 27 - Quizvraag
Huiswerk hoofdstuk 7 paragraaf 5
maak de rekentrainer paragraaf 6
blz. 108 in je boek. Wel je boek hiervoor gebruiken