werkwoorden in de verleden tijd groep 7
1 / 21
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de ik-vorm/stam
van het werkwoord praten?
van het werkwoord praten?
Slide 4 - Woordweb
Wat is de ik-vorm/stam
van het werkwoord beantwoorden?
van het werkwoord beantwoorden?
Slide 5 - Woordweb
Wat is de ik-vorm/stam
van het werkwoord begroeten?
van het werkwoord begroeten?
Slide 6 - Woordweb
Wat is de ik-vorm/stam
van het werkwoord vergroten?
van het werkwoord vergroten?
Slide 7 - Woordweb
Wat is de ik-vorm/stam
van het werkwoord meten?
van het werkwoord meten?
Slide 8 - Woordweb
Wat is de ik-vorm/stam
van het werkwoord verrichten?
van het werkwoord verrichten?
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Tekstslide
(praten)
Vorige zondag .................. wij over Trump.
Vorige zondag .................. wij over Trump.
Slide 11 - Open vraag
(sporten)
Juf Anne ....................gisteren in Druten.
Juf Anne ....................gisteren in Druten.
Slide 12 - Open vraag
(begroeten)
Gisteren ......................... groep 7 de andere kinderen vriendelijk.
Gisteren ......................... groep 7 de andere kinderen vriendelijk.
Slide 13 - Open vraag
(haasten)
De ouders...................zich vorige week naar het voetbalveld.
De ouders...................zich vorige week naar het voetbalveld.
Slide 14 - Open vraag
(raden)
De kinderen............... vorige maand dat niet.
De kinderen............... vorige maand dat niet.
Slide 15 - Open vraag
(roepen)
In de film van vorige week ................... de oude man om hulp.
In de film van vorige week ................... de oude man om hulp.
Slide 16 - Open vraag
(vliegen)
De vlieger................vorig weekend weg.
De vlieger................vorig weekend weg.
Slide 17 - Open vraag
(zwemmen)
Vorig jaar ................we nog in de zee.
Vorig jaar ................we nog in de zee.
