Par 3.3 Zouten in de landbouw

Par 3.3 Zouten in de landbouw
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Par 3.3 Zouten in de landbouw

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
Even herhalen wat we vorige week hebben gedaan
verhoudingsformules en oplossen van zouten.
Zouten in de landbouw
Opgaven 

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de les kun je
Weet je wat het verschil is tussen enkelvoudige en samengestelde ionen
Kun je de samengestelde ionen vinden in de BiNaS
Kun je hiermee verhoudingsformules opstellen 

Slide 3 - Tekstslide

Hoe lost een zout op in water / herhaling par 3.2
In de volgende video een voorstelling hoe een zout oplost in water.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Geef de oplosvergelijking van de volgende zouten die je gaat oplossen in water:
1. Bariumjodide
2. Zilverchloride
3. NatriumSulfide
4. Waarom hebben zouten zo'n hoog smeltpunt: gebruik hierin de termen ionbinding en ionrooster 
5. Leg uit of een kaliumnitraat oplossing stroom geleid 

Slide 6 - Tekstslide

Antwoorden
1.    BaI(s). --> Ba2+(aq). + 2 I-(aq)
2.   AgCl2(s). --> Slecht oplosbaar
3.   Na2S (s) --> 2 Na+ (aq)  +  S2- (aq)


 

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden
4. In zouten zit de ion binding, dit is een sterke binding. Bij het smelten van een zout moet deze binding worden verbroken. Voor het verbreken van de ion binding is dus veel energie nodig en dus heeft een zout een hoog smeltpunt.

5. Kaliumnitraat is een goed oplosbaar zout, er ontstaan dus ionen, en dus is er stroomgeleiding.

Slide 8 - Tekstslide

Enkelvoudige ionen
De gebruiken we al de hele tijd ionen die bestaan uit 1 atoomsoort:
Mg2+, Ba2+, Cl-, F- etc.

Slide 9 - Tekstslide

Start par 3.3 Zouten in de landbouw
Vanaf hier komen ook de samengestelde ionen aan de orde.

Slide 10 - Tekstslide

Samengestelde ionen 
Hebben 2 of meer atoom soorten (niet-metalen)

Hebben vaak hun eigen triviale naam 
(je hebt er al een paar tijdens het practicum gezien vorige week) 
Lading verschilt --> kan je opzoeken in BiNaS

Slide 11 - Tekstslide

Samengestelde ionen 
Hebben 2 of meer atoom soorten 

carbonaat = CO32-
Sulfaat = SO42-

Slide 12 - Tekstslide

verhoudingsformule
 werkt hetzelfde als dat we al deden: evenveel + als - 

Alleen moeten we bij samengestelde ionen haken gebruiken

Slide 13 - Tekstslide

Bijvoorbeeld: magnesiumnitraat

Slide 14 - Tekstslide

Bijvoorbeeld: magnesiumnitraat
Magnesium = Mg2+
Nitraat = NO3- 
Dan heb je twee keer nitraat nodig 
NIET: MgNO32
MAAR: Mg(NO3)2

Slide 15 - Tekstslide

Even zelf oefenen: geef de verhoudingsformule of de systematische naam
1. Ammoniumchloride
2. Zilverfosfaat

3. Na2SO4
4. Ca(ClO3)2

Slide 16 - Tekstslide

Even zelf oefenen: geef de verhoudingsformule of de systematische naam
1. Ammoniumchloride  /. NH4Cl
2. Zilverfosfaat / Ag3PO4

3. Na2SO4  / Natriumsulfaat
4. Ca(OH)2 / Calciumhydroxide  

Slide 17 - Tekstslide

Samenvatting samengestelde ionen
In de volgende video staat op welke manier je een vergelijking kunt opstellen van het oplossen van een zout.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Even koppelen aan de titel: landbouw
In de grond zitten veel mineralen = zouten (soms te veel)
En komen daar ook door (te veel) bemesting

Bij regen spoelen de zouten naar het oppervlaktewater
Zouten in het oppervlakte water = eutrofiering  
Gevolg is heel veel algengroei en minder zuurstof voor vissen 

Slide 20 - Tekstslide

Mineralen balans
Een boer moet goed de mineralen in balans houden
(vooral ionen met stikstof (N) en fosfor (P))

Slide 21 - Tekstslide

Mineralenboekhouding

Slide 22 - Tekstslide

Opgaven
Par 3.3 
Basis: 26, 27, 29, 30, 31, 33, 35, 37
Herhaling: 28, 34
Verrijking: 32, 36

Slide 23 - Tekstslide