1-3 Druk en soorten evenwicht

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Basis vaardigheden 

en druk (p. 17)

Bluetooth 

- AAN

- VPN uit

Benodigdheden

- Boek en schrift

- Pen, potlood

- rekenmachine

- iPad

CLASSKICK

- JA

Lessonup

- JA

Tassen in

de tassenkast

Telefoons in de telefoontas

Lesdoelen:

• Hoe los je systematisch een natuurkunde probleem op.
• Bepaal omtrek en oppervlak van bekende vormen
• Bereken druk, kracht en 

        oppervlak.

OMTREK

OMTREK

OPPERVLAKTE

Voorbeeld 1

Een cirkel heeft een straal van 3 cm. Bereken de oppervlakte en omtrek van deze cirkel.

Voorbeeld 2

Een vierkant heeft een oppervlakte van 55cm. Wat is de omtrek van deze vierkant?

2

Voorbeeld 3

Een cirkel heeft een oppervlakte van 20cm. Wat is de omtrek van deze cirkel?

2

Omrekenen

Reken om... 6 cm naar meter...

1. 60
2. 6
3. 0,6
4. 0,06

Reken om... 5 meter naar kilometer

1. 5 000
2. 500
3. 0,005
4. 0,0005

Reken om... 600 m naar hectare...

3

1. 6
2. 0,6
3. 0,06
4. 0,006

Reken om... 40 km naar m

2

2

1. 4 0
2. 40 000
3. 4 000 000
4. 40 000 000

Reken om... 4,3 dm naar liter

3

1. 0,0043
2. 4,3
3. 4 300
4. 4 300 000

reken om ...20 mL naar liter

1. 0,02
2. 200
3. 2 000
4. 20 000

De oppervlakte van een driehoek met een basis van 3cm en een loodrechte hoogte van 4,5 cm is ...

1. 6,75 cm
2. 13,5 cm
3. 0,67 cm
4. 7,5 cm

Wat is de oppervlakte (in cm ) van een cirkel met een diameter van 5 cm?

2

1. 78,5
2. 19,6
3. 25
4. 20

Wat is de straal van een cirkel met een oppervlakte van 450 m ?

2

1. 143 m
2. 12 m
3. 72 m
4. 21 m

Een zwembad met een oppervlakte van 1 250 m heeft een lengte van 50 m. Wat is de breedte?

2

1. 1 200 m
2. 62 500 m
3. 20 m
4. 25 m

Een de straal van een cirkel met een straal van
30 cm wordt 3 keer vergroot. Wat is de oppervlakte van de vergrootte cirkel in cm ?

2

1. 2 827
2. 942
3. 8 482
4. 25 447

Classkick 2HV-1

Basisvaardigheden

dia 1

Druk is de kracht per m²

druk =      kracht

              oppervlakte

p=​A​​F​​

Maak F het onderwerp
van de formule p=F/A

1. F=p x A
2. F = p/A
3. F=A/p

Maak A het onderwerp
van de formule p=F/A

1. A = p x F
2. A=p/F
3. A=F/p

Maak opgaven 10 (blz. 13)

Maak opgaven 11 (blz. 13)

Maak opgaven 12 (blz. 13)

Wat heb je vandaag
geleerd?

Samenvatting:

Er zijn twee soorten evenwicht:

- Stabiel evenwicht

- Instabiel evenwicht

p=​A​​F​​