Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
les 5
Pak je boek, je schrift, je rekenmachine en een pen/potlood
Telefoon is in de tas vooraan.
Doe je schrift en boek open zodat ik snel bij iedereen het gemaakte huiswerk kan controleren.
1 / 11
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
11 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Pak je boek, je schrift, je rekenmachine en een pen/potlood
Telefoon is in de tas vooraan.
Doe je schrift en boek open zodat ik snel bij iedereen het gemaakte huiswerk kan controleren.
Slide 1 - Tekstslide
je gaat 6 minuten in sti
Deze les?
wat hebben we de vorige lessen geleerd?
we kijken de gemaakte opdrachten na
volgende week SO begrippentoets
de week na de vakantie TOETS Hoofdstuk 1
leren begrippen in de les met LessonUp
we sluiten de les af
Vragen (aan mij) mogen altijd gesteld worden
Slide 2 - Tekstslide
Ik weet welke drie soorten inkomens er zijn
Ik weet van elke soort inkomen twee voorbeelden
Ik weet wat een begroting is
Ik kan rekenen met een begroting (totalen, tekort of overschot)
Ik weet hoeveel dagen, maanden, weken en kwartalen één jaar heeft
Ik kan bedragen omrekenen van maand naar week
Ik kan bedragen omrekenen van week naar maand
Ik kan bedragen omrekenen van de ene naar de andere periode
Ik weet welke drie soorten uitgaven er zijn
Ik weet van elke soort uitgaven twee voorbeelden
Ik kan de reservering per maand berekenen
LEER EN
Slide 3 - Tekstslide
Ik weet waarom er consumentenorganisaties zijn
Ik weet vijf consumentenorganisaties
Ik weet wat een vergelijkend warenonderzoek is
Ik kan de uitslagen van een vergelijkend warenonderzoek lezen
Ik weet wat de Consumentenbond doet en voor wie
Ik weet wat een deugdelijk product is
Ik weet wat de Warenwet inhoudt
Ik weet waar de letters NVWA voor staan
Ik weet wat de NVWA doet
Ik weet wat garantie is
Ik weet op welke drie manieren garantie kan worden gegeven
LEER EN
Slide 4 - Tekstslide
Ik weet wat behoeften zijn
Ik weet welke twee soorten behoeften er zijn en ken van elk twee voorbeelden
Ik weet wat goederen zijn en kan hier vijf voorbeelden van geven
Ik weet wat diensten zijn en kan hier vijf voorbeelden geven
Ik weet wat verbruiksgoederen zijn en kan hier drie voorbeelden van geven
Ik weet wat gebruiksgoederen zijn en kan hier drie voorbeelden van geven
Ik weet dat geld een € heeft en 2 decimalen
Ik weet dat de komma op mijn rekenmachine een punt is
Ik weet hoe ik moet afronden
Ik weet wat consumeren is
Ik weet wat zelfvoorziening is en kan hier vijf voorbeelden van geven
Ik kan een gemiddelde berekenen
LEER EN
Slide 5 - Tekstslide
Ik weet waarom behoeften verschillen van persoon tot persoon
Ik weet wat budget is
Ik weet wat sociale beïnvloeding is
Ik weet wat commerciële beïnvloeding is
Ik weet wat reclame is en waarom dit er is
Ik kan met procenten een bedrag berekenen
Ik kan de prijs uitrekenen als er korting op de oude prijs is
LEER EN
Slide 6 - Tekstslide
43
Geld uitgeven is niet zo moeilijk, ben je het eens met deze uitspraak:
JA, want dat gaat vanzelf
NEE, want je moet goed opletten, anders is het op voordat je het in de gaten hebt.
44
Van te voren weet je nooit hoeveel
winst
je maakt, je kunt wel niets verkopen....
Slide 7 - Tekstslide
45
Overzicht van thuis ziet er bijvoorbeeld zo uit:
Wie
Soort
Waarvoor
Van wie
vader
Loon
werk
werkgever
moeder
Winst
eigen bedrijf
bedrijf
broer
Loon
bijbaan
werkgever
zus
Zakgeld
om te leren
ouders
Slide 8 - Tekstslide
46a
Een kwartaal heeft 3 maanden (4x3=12)
46b
Kinderbijslag per kwartaal voor een kind tussen de 12- en 17 jaar is € 282,16
46c
Dit is per maand (delen door 3) € 94,05
of je doet het bedrag eerst x 4 (per jaar)
en daarna delen door 12
Slide 9 - Tekstslide
47a
Verwachte inkomsten: 26+10 = € 36,-
Verwachte uitgaven: 10+17,50+10 = € 37,50
47b
Richard komt dus 36-37,50 = € 1,50 tekort in oktober.
48
De inkomsten blijken werkelijk hoger te zijn dan begroot is:
misschien zijn er meer klusjes gedaan
misschien heeft hij meer betaald gekregen
het zakgeld is verhoogd
hij heeft ergens anders geld voor gekregen (prijs gewonnen, jarig)
Slide 10 - Tekstslide
49
€ 7,50 per week is hoeveel per maand?
STAP 1: per jaar is het 7,50x52 = € 390,-
STAP 2: terug per maand dus delen door 12
390/12 = € 32,50
Slide 11 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
les4
September 2022
- Les met
40 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
leerjaar 3 hst 2 les 2
Oktober 2019
- Les met
14 slides
Middelbare school
1.3 Budgetteren moet je leren
Augustus 2018
- Les met
42 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
1.3 Budgetteren moet je leren
Augustus 2018
- Les met
48 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
H1.3 Je inkomsten en uitgaven
September 2022
- Les met
18 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Les-5
Oktober 2024
- Les met
35 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Bedragen omrekenen
Oktober 2023
- Les met
16 slides
door
Economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
Bedragen omrekenen
Januari 2019
- Les met
16 slides
door
Economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo