Week 48 4 TL Duits

Programm
Rückblick
Schreiben


1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programm
Rückblick
Schreiben


Slide 1 - Tekstslide

Rückblick
Was machten wir letztes Mal?


Slide 2 - Tekstslide

Was ist typisch Deutsch? Gebruik de kennis uit hfstk van vorige week.

Slide 3 - Woordweb

Aufgaben Check
Aufgaben Seite 78 bis zur Seite 81

Slide 4 - Tekstslide

Planung
Schreiben
  • examenonderdeel
  • moeilijk en makkelijk
  • vaardigheid -> oefenen = beter worden
  • Schritt 7 ab Seite 101 -> formeel

Slide 5 - Tekstslide

Wat is formeel schrijven?

Slide 6 - Open vraag

Welke zaken zijn belangrijk bij een formele brief?

Slide 7 - Woordweb

Schritt 7 ab Seite 101
Alle Aufgaben

Slide 8 - Tekstslide

Programm
Rückblick
Grammatik
Schreiben


Slide 9 - Tekstslide

Rückblick
Was machten wir letztes Mal?


Slide 10 - Tekstslide

Die Verben: das schwache Verb

Slide 11 - Tekstslide

Das schwache Verb
Maak aantekeningen:
  • in je schrift
  • laatste pagina van je boek
  • je maakt aantekeningen bij de uitleg
  • je schrijft bijvoorbeeld schema's over
  • je hoeft niet de checkvragen op te schrijven
Dit moet je goed onthouden = je hele leven belangrijk

Slide 12 - Tekstslide

Stam
Als eerste stam zoeken
Hoe doe je dit?

werkwoord -en 

wohnen ->wohn
lachen -> lach
machen-> mach




Slide 13 - Tekstslide

Stam
  • Met alleen de stam kan je niets
  • Je moet er iets achter plakken
  • Anders heeft het geen betekenis

Slide 14 - Tekstslide


Slide 15 - Tekstslide

Ezelsbruggetje
 FEESTTENTEN

Waarom ?

Wie weet het?

Slide 16 - Tekstslide


Slide 17 - Tekstslide

Maar wil je nou (fe)estenten goed toepassen??





Dan heb je IDEWIS nodig!

Slide 18 - Tekstslide

Dus...
Stam
i
d
e
w
i
s
e
st
t
en
t
en
Stam =
ww=

Slide 19 - Tekstslide

Uitzondering einde op -s-klank
Stam
i
d
e
w
i
s
e
t
t
en
t
en
Stam =
ww=

Slide 20 - Tekstslide

Welche Form ist richtig?
A
du machst
B
du macht
C
du mache
D
du machen

Slide 21 - Quizvraag

Welche Form ist richtig?
A
er machst
B
er macht
C
er mache
D
er machen

Slide 22 - Quizvraag

Welche Form ist richtig?
A
ihr machst
B
ihr macht
C
ihr mache
D
ihr machen

Slide 23 - Quizvraag

Welche Formen sind richtig?
A
sie wohnst
B
sie wohnt
C
sie wohne
D
sie wohnen

Slide 24 - Quizvraag

Welche Form ist richtig?
A
wir machst
B
wir macht
C
wir mache
D
wir machen

Slide 25 - Quizvraag

Welche Form ist richtig?
A
ich machst
B
ich macht
C
ich mache
D
ich machen

Slide 26 - Quizvraag

Welche Form ist richtig?
A
ihr wohne
B
ihr wohnt
C
ihr wohnst
D
ihr wohnen

Slide 27 - Quizvraag


Slide 28 - Open vraag

Arbeitsblatt
Mache alle Aufgaben auf dem Arbeitsblatt

Slide 29 - Tekstslide

Schritt 7 ab Seite 101
Alle Aufgaben
Donnerstag den 5. Dezember Kontrolle

Slide 30 - Tekstslide

Programm zweite Stunde
Schreiben


Slide 31 - Tekstslide

Dus...
Stam
i
d
e
w
i
s
e
st
t
en
t
en
Stam =
ww=

Slide 32 - Tekstslide