Talent H1 kader woorden overhoring en grammatica bespreken
1 / 14
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?
Slide 2 - Open vraag
Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde in een zin?
Slide 3 - Open vraag
Hoe vind je het onderwerp in een zin?
Slide 4 - Open vraag
Wat is de pv in de zin:
De leerlingenraad zoekt dit schooljaar nieuwe leden.
De leerlingenraad zoekt dit schooljaar nieuwe leden.
Slide 5 - Open vraag
Wat is de pv in de zin:
Hoeveel beltegoed heb jij gekregen?
Hoeveel beltegoed heb jij gekregen?
Slide 6 - Open vraag
Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
De jonge held | kreeg | een onderscheiding.
De jonge held | kreeg | een onderscheiding.
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het wg in de zin:
Joy heeft de marathon in drieënhalf uur gelopen.
Joy heeft de marathon in drieënhalf uur gelopen.
Slide 8 - Open vraag
Wat is het ow in de zin:
Zwartbuikhamsters komen in Frankrijk niet meer voor.
Zwartbuikhamsters komen in Frankrijk niet meer voor.
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Welke spellingregel pas je toe in de tt bij:
de ik-vorm
de ik-vorm
A
STAM
B
STAM + T
C
HELE WERKWOORD
Slide 11 - Quizvraag
Vul de juiste vorm in:
Een goede balletdanser (springen) met het grootste gemakt - TT
Een goede balletdanser (springen) met het grootste gemakt - TT
Slide 12 - Open vraag
Vul de juiste vorm in:
Jij (snauwen) wel heel hard tegen je beste vriendin - TT
Jij (snauwen) wel heel hard tegen je beste vriendin - TT
Slide 13 - Open vraag
Wat snap je nog niet zo goed?
