Uitleg 3.4_QUIZ_3.1_3.2_3.3_3_4_klas 1C_2025
1 / 36
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Op hoeveel smaakstoffen reageert je smaakzintuig in de tong?
A
3
B
4
C
5
D
Ontelbaar
Slide 6 - Quizvraag
Welke 2 zintuigen werken samen bij het proeven?
A
Reukzintuig en Geurzintuig
B
Reukzintuig en Smaakzintuig
C
Geurzintuig en Smaakzintuig
Slide 7 - Quizvraag
Hoeveel verschillende soorten zintuigen liggen er in de huid?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 8 - Quizvraag
Liggen er ook koude zintuigen in je lippen?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quizvraag
Welke smaak past het beste
bij een pizza?
bij een pizza?
A
Zoet
B
Zuur
C
Bitter
D
Umami
Slide 10 - Quizvraag
A
Meer proeven
B
Minder proeven
C
Er is geen verschil
Slide 11 - Quizvraag
Juist of Onjuist?
Geluid dat door de oorschelp is opgevangen komt als eerste terecht in de gehoorgang.
Geluid dat door de oorschelp is opgevangen komt als eerste terecht in de gehoorgang.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Wat gebeurt er in een zintuig?
A
Prikkel wordt omgezet in een impuls
B
Impuls wordt omgezet in een prikkel
Slide 13 - Quizvraag
Juist of Onjuist?
Het trommelvlies geeft trillingen direct door aan het slakkenhuis dat er aan vast zit.
Het trommelvlies geeft trillingen direct door aan het slakkenhuis dat er aan vast zit.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Juist of Onjuist?
Het slakkenhuis geeft impulsen via de gehoorzenuw door aan de hersenen.
Het slakkenhuis geeft impulsen via de gehoorzenuw door aan de hersenen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Welke letter is de buis van Eustachius?
A
Q
B
R
C
S
D
T
Slide 16 - Quizvraag
Welk onderdeel is het trommelvlies?
A
Q
B
R
C
S
D
T
Slide 17 - Quizvraag
Wie heeft de laagste onderste gehoorgrens?
A
Dolfijn
B
Kikker
C
Olifant
D
Vleermuis
Slide 18 - Quizvraag
Wie heeft het kleinste gehoorbereik?
A
Dolfijn
B
Hond
C
Kikker
D
Vleermuis
Slide 19 - Quizvraag
A
1-2-3-4
B
2-1-4-3
C
3-1-2-4
D
4-3-2-1
Slide 20 - Quizvraag
Je ziet hiernaast een oor van een hond. Welk nummer zijn de gehoorbeentjes?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 21 - Quizvraag
Hoe heet nummer 1
A
Hoornvlies
B
Iris
C
Pupil
D
Harde Oogvlies
Slide 22 - Quizvraag
Welk nummer bevat heel veel bloedvaten?
A
Q
B
R
C
S
D
T
Slide 23 - Quizvraag
Met welke zintuigcel zie je kleur?
En in welk vlies liggen deze?
En in welk vlies liggen deze?
A
Kegeltjes
in het netvlies
B
Staafjes
in het netvlies
C
Kegeltjes
in het hoornvlies
D
Staafjes
in het hoornvlies
Slide 24 - Quizvraag
Welk onderdeel zorgt ervoor dat de pupil kleiner wordt?
A
Witte onderdeel
B
Bruine onderdeel
C
Zwarte onderdeel
D
De pupil kan niet van vorm veranderen
Slide 25 - Quizvraag
Welk onderdeel verspreidt het traanvocht?
A
Nummer 3
B
Nummer 6
C
Nummer 7
D
Nummer 8
Slide 26 - Quizvraag
Welk vlies bevat de zintuigcellen
"kegeltjes en staafjes"?
"kegeltjes en staafjes"?
A
Netvlies
B
Vaatvlies
C
Harde oogvlies
D
Hoornvlies
Slide 27 - Quizvraag
Hoe heet
nummer 6?
nummer 6?
A
Iris
B
Pupil
C
Lens
D
Glasachtig lichaam
Slide 28 - Quizvraag
Goed of Fout?
Met een bolle lens kan ik
dichtbij scherp zien
Met een bolle lens kan ik
dichtbij scherp zien
A
Goed
B
Fout
Slide 29 - Quizvraag
A
2-4-1-3
B
2-4-3-1
C
3-4-1
D
3-2-4
Slide 30 - Quizvraag
Timo leest in de zon een boek.
Hoe ziet zijn pupil eruit?
Hoe ziet zijn lens eruit?
Hoe ziet zijn pupil eruit?
Hoe ziet zijn lens eruit?
A
Pupil Klein,
Lens Bol
B
Pupil Klein,
Lens Plat
C
Pupil Groot,
Lens Bol
D
Pupil Groot,
Lens Plat
Slide 31 - Quizvraag
Wat bescherm je met de pupilreflex?
A
Iris
B
Pupil
C
Vaatvlies
D
Netvlies
Slide 32 - Quizvraag
Slide 33 - Tekstslide
Juist of Onjuist?
De kegeltjes liggen voornamelijk in de gele vlek
De kegeltjes liggen voornamelijk in de gele vlek
A
Juist
B
Onjuist
Slide 34 - Quizvraag
Juist of Onjuist?
De staafjes liggen vooral in de
blinde vlek
De staafjes liggen vooral in de
blinde vlek
A
Juist
B
Onjuist
Slide 35 - Quizvraag
Juist of Onjuist?
Als je kleurenblind bent, dan ligt dat aan je ooglens.
Als je kleurenblind bent, dan ligt dat aan je ooglens.
A
Juist
B
Onjuist
