1cd: werkwoordspelling oefenen H2/3

Oefenen met werkwoordspelling
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Oefenen met werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de pv in de verleden tijd
1: Bij de debatwedstrijden ___ (slepen) ons team twee prijzen in de wacht.

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de pv in de verleden tijd
2: Deze fastfoodketen ___ (schrappen) vorige week patat van zijn kindermenu's.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer de pv in de verleden tijd
3: Vanmorgen ___ (melden) de krant dat leerlingen minder vakantieweken kregen.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel pv's staan er in deze zin?

4: Ik heb altijd al eens willen weten hoeveel persoonsvormen er in een zin kunnen staan.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tip!
Twijfel je of ergens een -d of een -t achter moet? Gebruik dan een vorm van lopen!
Zij ... 13 jaar (worden)
Zij loopT 13 jaar
Dus: Zij wordT 13 jaar

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tip!
Zet de zin in de verleden tijd en alle pv's veranderen automatisch. 

Ik had altijd al eens willen weten hoeveel persoonsvormen er in een zin konden staan.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel pv's staan er in deze zin?

5: Voor veel mensen had schaken misschien een wat saai en stoffig imago, totdat de serie The Queen’s Gambit op Netflix verscheen.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke werkwoordsvorm staat niet in de volgende zin?

6: De serie is gebaseerd op het gelijknamige boek van de Amerikaan Walter Tevis.
A
persoonsvorm
B
infinitief
C
voltooid deelwoord

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7: Hoe schrijf je het inifitief?
A
Hele werkwoord zoals het in het woordenboek staat
B
Ligt eraan of het een sterk of een zwak werkwoord is
C
Hele werkwoord + d
D
Hele werkwoord -en, +t

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

8: Welk woord is verkeerd geschreven?

Word je zus ook altijd chagrijnig wakker wanneer ze eigenlijk wel wil hardlopen, maar er vervolgens iets gebeurt?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

9: Gisteren ___ de kat voor het raam te genieten van het uitzicht, maar nu ___ hij heerlijk in zijn mandje gaan liggen.
A
ligt - is
B
ligt - was
C
lag - is
D
lag - was

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

10: De legendarische boogschutter Robin Hood ___ (missen) zijn doel bijna nooit.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Staat je TiO-taaktijd al op 0?
A
Ja
B
Nee
C
Weet ik niet

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ga aan de slag!
  • Werk je TiO-taaktijd weg in Spelt

  • Vooral aan de slag dit uur :-)

Succes! Ik ben online voor vragen 

Slide 16 - Tekstslide

https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=-gJXbQjWvkSGSNTHhsFr16hzpsmw745Kiif3Gfr9iZlURVFKTjlGMlNBRkI3MjBNOTNNQlNEM0YyRC4u