H2 Kopen en werken

Even herhalen ..
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Even herhalen ..

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemersschap
Loon
Winst
Rente/huur
Pacht

Slide 3 - Sleepvraag

De lorenzcurve

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Cumulatief  % inkomen
Cumulatief % huishouden
Om te laten zien hoe groot de inkomensverschillen zijn, gebruiken we de Lorenzcurve. 

Op de horizontale as het cumulatieve percentage huishoudens

op de verticale as het cumulatieve percentage inkomens

De lorenzcurve begint altijd bij (0,0) want 0% van de huishoudens verdient 0% van het inkomen 

Lorenzcurve

Slide 6 - Tekstslide

Hoe teken je een Lorenzcurve?
Een Lorenzcurve teken je aan de hand
van een tabel. 
Kolom 1 zijn de huishoudens 
Kolom 2 is berekend hoeveel % elk
huishouden uitmaakt van het totale aantal huishoudens
Kolom 3 het primaire inkomen per groep
Kolom 4 hoeveel % het primaire inkomen per groep uitmaakt van het totale primaire inkomen. 

Slide 7 - Tekstslide

- Rechte lijn (grijs) = gelijke verdeling van de inkomens

- Hoe verder van grijze lijn, hoe ongelijker het inkomen is verdeeld. 

- Kun je ook in het gebied A (linksboven de grijze lijn) een lorenz curve tekenen ?

- Waarom zit de rode (netto) lijn op een andere plek dan de zwarte (bruto) lijn ?
% van het inkomen (cumulatief)
Aantal mensen (cumulatief; van arm naar rijk)
 A
Nee; dan zou bijvoorbeeld 30% van de bevolking (ongeveer punt A) bijna 60% van de inkomensten verdienen. Dat is de "omgekeerde" ongelijkheid, want arm heeft altijd minder geld dan rijk. Dus wij kijken hier van arm naar rijk
Het primaire inkomen is het bruto inkomen, daar is weinig aan te veranderen. Wel kan de overheid ons netto inkomen herverdelen door ingehouden belastingen en (sociale) premies en anderzijds het uitbetalen van uitkeringen, subsidies en toeslagen. V.b. als je meer belasting heft bij hogere inkomens dan bij lagere (progressief), zit de lijn dichter bij een gelijke verdeling van het inkomen.

Slide 8 - Tekstslide

Lorenzcurve Nigeria: zijn de inkomens gelijk verdeeld?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

De Lorenzcurve geeft een beeld van de hoogte van de inkomens
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Hoe boller de curve van een Lorenzcurve hoe groter de
A
Inkomensgelijkheid
B
Inkomensongelijkheid

Slide 11 - Quizvraag

Lorenzcurve: hoeveel % van de inkomsten gaat naar de eerste 50% van de bevolking?
A
Ongeveer 10%
B
Ongeveer 50%
C
Ongeveer 90%
D
Ongeveer 60%

Slide 12 - Quizvraag

Sparen en rente! 

Slide 13 - Tekstslide

Waarom sparen mensen?

Slide 14 - Woordweb

Ik spaar..... Wel of niet?
A
Wel
B
Niet

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Inflatie
Stijging van het prijspeil in een land (de prijzen gaan dus omhoog).

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Stelling: Iedereen zou verplicht moeten sparen. Geef een argument waarom dat juist is?

Slide 25 - Woordweb

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Rente
timer
5:00

Slide 32 - Tekstslide

Spaarbedrag: €1600. Rentepercentage: 2,3%. Rentebedrag na 1 jaar?

Slide 33 - Open vraag

Spaarbedrag: €1600. Rentepercentage: 2,3%. Rentebedrag na 11 maanden?

Slide 34 - Open vraag

Ik heb € 300,- gespaard en krijg 5% rente.
Ik heb € 1000,- gespaard en krijg 3 % rente.
Ik heb €550,- gespaard en krijg 1,5 % rente.
Ik heb 470,- gespaard en krijg 6% rente.
Sleep de rente naar het juiste vak.
€ 15,- rente
€ 30,- rente
€ 7,75 rente
€ 28,20 rente

Slide 35 - Sleepvraag