Ch 6 demander la route et verbe aller 1HA en A

Vandaag
- de weg vragen
- de weg omschrijven
- verbe aller (bron H)
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
- de weg vragen
- de weg omschrijven
- verbe aller (bron H)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

8

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:12
Comment il s'appelle? geef antwoord in een hele zin.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

00:19
Il cherche quoi?
alleen lidwoord en zelfstandignaamwoord invullen

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

00:30
Qui aide Tony?
A
een man
B
een vrouw
C
een jongen
D
een meisje

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:41
Pour aller à la boulangerie c'est comment? Geef antwoord in het NL

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:06
Hoe begin je de vraag als je de weg vraagt? En FR

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:53
Wat is het woord voor 'voor'
A
devant
B
d'abord
C
avant

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:55
Wat is het woord voor achter?
A
après
B
devant
C
derrière

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:40
Wat is het Franse woord voor tegenover?
A
en regarde
B
en face
C
entre

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

regarde l'image
La boulangerie est où?
la poisonnerie
les légumes et les fruits
le marché
le cinéma est où il est devant ou derrière le marché?
le magasin est à droite ou à gauche du cinéma?

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Le verbe aller
Je vais         ik ga
tu vas          jij gaat
elle va     zij gaat
il va       hij gaat
on va       we gaan
nous allons     wij gaan
vous allez     ils vont
ils vont       zij gaan
elles vont    zij gaan

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verbe aller (mv)
nous allons wij gaan
vous allez ils vont
ils vont zij gaan
elles vont zij gaan

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Le futur proche
Als je in FR wilt zeggen dat iets binnenkort gaat gebeuren, gebruik je een vorm van aller
LET op na een vorm van aller volgt altijd een heel werkwoord
Il va regarder la télé.
ondw + vorm van aller+heel ww+rest van de zin

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
vais
vas
va
allons
allez
vont

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

overhoren voca A (1HA)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

overhoren voca A,B,E,F (1A)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tâche p.82 
Je maakt de film alleen
Je gebruikt alleen zinnen uit de phrases clés die je aanpast op jouw situaties! (translate is 0 punten)
Laat zoveel mogelijk plekken zien in jouw film, ga dus echt naar die plekken toe (sportclub, winkel, school, huis van vriend of vriending, maar je blijft buiten!)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies