Little en
few betekenen allebei
weinig. Net als bij
much en
many gebruik je
little bij niet-telbare woorden en
few bij telbare woorden.
- We had to hurry, so there was little time for shopping.
(We moesten opschieten, dus er was weinig tijd om te winkelen.)
- Can you give me a little help? (Kun je me een beetje hulp geven?)
Hier hoort het lidwoord 'a' bij 'little': een beetje
- People had few remarks after my speech.
(Men had een paar opmerkingen na mijn toespraak.)