2V2 3.1 Fictie - Spanning, start en einde

Lesdoelen 3.1 Fictie


1. Spanning in verhalen
2. Drie manieren om een verhaal te starten
ab ovo (vanaf het ei) in media res (middenin de zaak) en post rem (na de zaak)
3. Twee soorten eindes van een verhaal;
open en gesloten

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen 3.1 Fictie


1. Spanning in verhalen
2. Drie manieren om een verhaal te starten
ab ovo (vanaf het ei) in media res (middenin de zaak) en post rem (na de zaak)
3. Twee soorten eindes van een verhaal;
open en gesloten

Slide 1 - Tekstslide

Welk niet-chronologisch verhaal
heb jij wel eens gelezen?

Slide 2 - Open vraag

Vind je het fijn als een boek eindigt, terwijl nog niet alles duidelijk is over de afloop van het verhaal?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Drie manieren van een verhaalstart

Slide 4 - Tekstslide

1. Ab ovo-begin = chronologisch vertellen vanaf de eerste gebeurtenis
2. In medias res-begin = eerst een spannende gebeurtenissen en later lees je de de gevolgen en de voorgeschiedenis
3. post rem-begin = begint met het eind

het leven van iemand
afkicken verslaving
moord ... bladzijde 161

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent 'in media res-begin'?
A
Met het eind starten
B
Cliffhanger
C
Je leest later pas wat er aan de hand is
D
Chronologisch verhaal

Slide 7 - Quizvraag

W
Welke verhaalstart herken je in Boy 7, het boek?

Slide 8 - Tekstslide

Open en gesloten einde
Als een verhaal een open einde heeft, blijven vragen onbeantwoord.


Bij een gesloten einde heb je als lezer geen vragen meer.

Slide 9 - Tekstslide

W
Welke verhaaleinde herken je in Boy 7, het boek?

Slide 10 - Tekstslide

Spanning in een verhaal
  • Een verhaal heeft spanning als je steeds verder wilt lezen.
  • Het verhaal roept vragen bij je op. 
  • Hoe nieuwsgieriger je bent naar de antwoorden, dus de ontknoping, hoe groter de spanning is.

Slide 11 - Tekstslide

Spanningsvraag bij het verhaal
Detective
Wie heeft het gedaan?
Liefdessoman
Krijgen ze elkaar?

Slide 12 - Tekstslide

ls een hoofdstuk of aflevering 
van een serie 
op een  heel spannend moment 
eindigt, noem je dat een...
Cliffhanger

Slide 13 - Tekstslide

Wat?
3.1 Fictie: 2, 5, 6, 7a, 8abc, 9 maken
Hoe?
Leerwerkboek

Tijd?
Leseinde
Hulp?
Boek, buur, docent
Opbrengst?
Bespreken
Leerdoel
Begin en einde in verhalen, spanningsopbouw
Klaar?
Lezen
Taak

Slide 14 - Tekstslide

Poëzie

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen wat eindrijm is 
  • Je kent de verschillende rijmschema’s 
  • Je kunt uitleggen wat beginrijm / alliteratie is

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Eindrijm
Woorden aan het einde van de regel hebben dezelfde klank.

Kijk maar naar het gedicht hiernaast:

Slide 20 - Tekstslide

Beginrijm / Alliteratie
Voorbeeld: "De kat krabt de krullen van de trap".
In die zin beginnen veel woorden met de 'k'
Bij alliteratie gaat het om overeenkomst in klank van medeklinkers aan het begin van woorden.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Alliteratie / Assonantie
Alliteratie (beginrijm):
Groen - grom - griezel etc.
Assonantie (klinkerrijm):
Moeten - groenten - doe - vroeg - troep - schoen- moeder - groen - groeien

Slide 23 - Tekstslide

Liesje leerde lotje lopen langs de lange lindenlaan
A
Alliteratie
B
Assonantie
C
Eindrijm
D
Beginrijm

Slide 24 - Quizvraag

De man uit Waddinxveen, woont zijn hele leven al alleen.
A
Alliteratie
B
Assonantie
C
Eindrijm
D
Beginrijm

Slide 25 - Quizvraag