In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Rijmen
Slide 1 - Tekstslide
Rijm
Rijm = klankovereenkomst in woorden of beklemtoonde lettergrepen. We onderscheiden:
1. Eindrijm; 2. Beginrijm / alliteratie;
3. Klinkerrijm / assonantie
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Eindrijm
Woorden aan het einde van de regel hebben dezelfde klank. Kijk maar naar het gedicht hiernaast:
Dit zien we ook terug bij Sinterklaasgedichtjes!
Slide 4 - Tekstslide
Beginrijm / alliteratie
Rijm van gelijke medeklinkers aan het begin van woorden of lettergrepen die bij elkaar in de buurt staan. Alliteratie zorgt voor een muzikaal, ritmisch en vloeiend effect.
Slide 5 - Tekstslide
Klinkerrijm / assonantie
Rijm van beklemtoonde klinkers midden in woorden die bij elkaar in de buurt staan.
Haar haar was een zachte vlaag van maanlicht.
Slide 6 - Tekstslide
Rijmschema
Van het eindrijm kun je een rijmschema maken.
Je geeft elke rijmklank een nieuwe letter. De klank in de eerste regel a, de volgende klank b, etc.
Dit gaan we hiernaast doen.
Slide 7 - Tekstslide
Een 'vast' rijmschema in gedichten
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Welk rijmschema kun je hier ontdekken? Rood is al lang het rood niet meer Het rood van rode rozen De kleur van liefde van weleer Lijkt door de haat gekozen
A
aabb
B
abab
C
abba
D
abcb
Slide 12 - Quizvraag
Tot slot...
Je gaat nu zelf een rijm maken. Een rijm voor Sinterklaas, Piet of voor iemand anders. Bedankt eerst steekwoorden die je wilt gebruiken en ga daarna een 'verhaal' erbij bedenken. Als dat duidelijk is: rijm erop los.