Observeren Signaleren en Rapporteren Les 1

Observeren Signaleren en Rapporteren
Les 1: Observeren en Waarnemen



1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsorientatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Observeren Signaleren en Rapporteren
Les 1: Observeren en Waarnemen



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

How are you today?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Lesdoelen
  • Opbouw van de module
  • Uitleg en doelen van de Module
  • Kort filmpje
  • pauze + opdracht
  • nabespreken opdracht
  • Belangrijke termen theorie
  • Leeractiviteit 2 (individueel)
  • Afsluiting les

Slide 3 - Tekstslide

Deel 1: 90 min (2 x45 min)

5 min. Welkom en AWR
5 min. Energizer
4 min. lesdoelen
3 min. Programma
20 min  Uitleg en Opbouw vak
10 min  Theoretische gedeelte
20 min  Leeractiviteit 2
10 min Lesdoelen check
3 minuten afsluiting les

80 min. totaal




Lesdoelen
Aan het einde van deze les kan ik:


- Uitleggen waar de module Observeren Signaleren en Rapporteren over gaat.

- Omschrijven hoe de eindopdracht eruit ziet.

- Uitleggen wat het verschil tussen waarnemen en observeren is.

- Verschillende termen benoemen m.b.t. deze Module

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw van deze module
In deze module ga je de komende 10 weken aan de slag met Observeren Signaleren en RapporterenJe werkt vooral uit het boek Methodisch Begeleiden.


- de Eindopdracht maak je op school en stage
- Inleveren eindopdracht 19 april 17.00 uur
- Bewaar de Rubric goed, deze gebruik je ook op 
je stageplek

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Lees  de inleiding op Itslearning door (observeren-planner-inleiding). Je kan hier doorklikken naar de eindopdracht en Rubric, lees deze zorgvuldig door een schrijf vragen op!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht met stage
Je schrijft een observatieplan (deel A) 
Je observeert een cliënt en schrijft hier een observatieverslag van (deel B)
Observeren, signaleren en rapporteren zijn belangrijke vaardigheden in je werk als (persoonlijk) begeleider maatschappelijke zorg. Voor deze eindopdracht observeer je een cliënt. Ieder van jullie heeft een eigen doel voor het observeren, dit doel bespreek je met je stagebegeleider.
Voor deze eindopdracht doorloop je de volgende stappen:

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel A
  • Deel A wordt beoordeeld op school
  • je bespreekt op stage welke cliënt je gaat observeren
  •  je maakt een observatieplan
  • hierin beschrijf je alle stappen voordat je gaat observeren
  • Als je docent een GO geeft kan je verder met deel B

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel B
  •  je observeert je cliënt aan de hand van het observatieplan
  • je schrijft een rapportage met je bevinding d.m.v. een:

 observatieverslag
of
Rapportage in het digitale cliëntvolgsysteem op jouw BPV




Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geen stage?
Dan ziet je eindopdracht er iets anders uit: 
Je schrijft een observatieplan.
Je observeert een student op studiehouding en schrijft hier een observatieverslag van je geeft je medestudent feedback over je obervaties (deel A)
Je schrijft een reflectieverslag (deel B)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen eindopdracht
* je observeert doelgericht aan de hand van een observatieplan
*Je interpreteert en analyseert de opgedane informatie vanuit je observatie
*je rapporteert je bevindingen zowel mondeling als schriftelijk volgens de richtlijnen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observeren en waarnemen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarnemen
Waarnemen is het opnemen van prikkels die op je afkomen. 
Je gebruikt je zintuigen om informatie te vergaren. Al die prikkels gaan via je zintuigen naar je hersenen, die er een betekenis aan geven.
Dit doe je altijd, de hele dag door. 
- Dit gebeurt vrijwel altijd onbewust. 
- Je verzamelt de hele dag informatie.

Waarom is waarnemen belangrijk op je stage/ werk binnen MZ straks?

Slide 13 - Tekstslide

Met het grootste deel van deze informatie doe je helemaal niets. Je eet bijvoorbeeld een boterham met kaas. Je proeft dit, maar je doet niets met deze informatie. Het is normaal. Ook tijdens je werk ben je steeds bezig met waarnemen. Maar hier is het van belang dat je dit bewust doet. Je kijkt steeds bewust naar wat er met de cliënt of in de groep gebeurt. Het helpt je om de cliënt beter te leren kennen. Je weet wat de cliënt nodig heeft en daarop pas je de begeleiding aan.
Waarom is (bewust)waarnemen belangrijk op je stage/ werk binnen MZ straks?
Waarnemen vormt de basis van je handelen bij het werken in de maatschappelijke zorg. Je kijkt steeds bewust naar wat er met de cliënt of in de groep gebeurt. Het helpt je om de cliënt beter te leren kennen. Je weet wat de cliënt nodig heeft en daarop pas je de begeleiding aan. In je werk gaat het erom bewust waar te nemen, en je te focussen op datgene wat van belang is.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

test
Jullie gaan een filmpje kijken 

Nadat jullie het filmpje hebben gekeken gaan we bespreken wat jullie hebben waargenomen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Observeren
Observeren is iets anders dan waarnemen. 
Waarnemen doe je altijd, observeren doe je in een bijzondere situatie. 

Wanneer je observeert, doe je dit altijd doelgericht en volgens een bepaalde methode. Je formuleert dus altijd vooraf het doel van je observatie.

Je beschrijft wie, wat, waar en wanneer je gaat observeren. Observeren gaat altijd over het gedrag. Je bent daarbij objectief en kijkt naar de feiten

Zowel het waarnemen wat we doen alsook de interpretaties hiervan zijn veelal subjectief, dit houdt in dat je het bekijkt vanuit jou persoonlijke oordeel,  ervaringen en voorkeuren. 

Slide 17 - Tekstslide

Observeren is iets anders dan waarnemen. Waarnemen doe je altijd, observeren doe je in een bijzondere situatie. Wanneer je observeert, doe je dit altijd doelgericht en volgens een bepaalde methode. Je formuleert dus altijd vooraf het doel van je observatie. Je beschrijft wie, wat, waar en wanneer je gaat observeren. Observeren gaat altijd over het gedrag. Dat ga je onderzoeken. Wanneer je observeert, is het van belang dat je niet interpreteert. Je bent zo objectief mogelijk. Objectief observeren is moeilijk, omdat je je niet mag laten beïnvloeden door je eigen mening, ervaring of betrokkenheid. Je mag dus alleen naar de feiten kijken.
test
Jullie gaan nogmaals het filmpje bekijken

doel: Jullie proberen zoveel mogelijk verschillen te vinden.
 Wie heeft de meeste verschillen gezien? 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

       Pauze +Groepsopdracht (totaal 30 minuten)
Ga (in twee of drietallen) naar de hal, het restaurant of naar buiten. Zorg dat je gezamenlijk op één locatie bent en neem bewust waar wat er om je heen gebeurt. Het doel is om te achterhalen hoe veschillende waarnemingen kunnen zijn. 
• maximaal 5 minuten.
• Noteer voor jezelf wat je observeert (bv in je mobiel/ notities), deel dit nog niet met je groepsgenoten!
• Wanneer de pauze voorbij is bespreek je met elkaar je gedane observaties
• Welke observaties komen overeen?
• Wat zijn de verschillen in de observaties?
• Hoe komt het dat jullie op dezelfde plaats & tijd toch iets anders hebben geobserveerd?
Koppel je bevindingen terug in de groep.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
30:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theoretische gedeelte
Belangrijke termen uit de theorie

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

selectief waarnemen
Je neemt maar een klein deel bewust waar

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Analyseren
Analyseren is het proberen te begrijpen van een probleem, situatie of vraagstuk door het grondig te onderzoeken en te ontleden.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat betekent interpreteren?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Signaleren, Interpreteren en Handelen
Het opmerken van bijzonderheden in gedrag noem je signaleren. Binnen je toekomstige beroep is dit een belangrijke vaardigheid. 

Aan verzamelde informatie (wat jij gesignaleerd hebt) moet je een betekenis geven. Je noemt dit interpreteren. Vervolgens handel je hiernaar.

Wanneer je iets signaleert, betekent dit vaak een aanpassing in de begeleiding. Bv: extra observeren, gesprek betrokkenen, aanpassen plan.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interpreteren
Een eigen uitleg/ betekenis geven aan iets

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observeren en stappenplan
Wanneer je gaat observeren, doe je dit altijd met een vast stappenplan.
- beschrijf waarom je gaat observeren
Doe je dit naar aanleiding van een eerdere signalering? Of op verzoek van iemand? \
- beschrijf het observatiedoel en de observatievraag
- beschrijf de deelvragen
Op welke vragen wil je een antwoord vinden?
- kies een observatiemethode
- maak een plan van aanpak
In dit plan bepaal je plaats, situaties, data en tijdstippen. Je informeert de cliënt (of zijn naastbetrokkenen) over je plan.
- beschrijf op welke punten je wilt gaan evalueren.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leeractiviteit 1 en 2 





Teams
Maak individueel leeractiviteit 1 & 2: Observeren en waarnemen




Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting les - check doelen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

oke doei!

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen check

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies