1ka 1kb Cursus 4, paragraaf 4 (bouwstenen, alfabet, karakter)

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 4:Bouwstenen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 4:Bouwstenen

Slide 1 - Tekstslide

  • Je hebt de belangrijkste begrippen van de cursus Taal tot nu toe herhaald.
  • Je weet wat de bouwstenen van de Nederlandse taal zijn.
Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

  • Moedertaal, tweede taal, vreemde taal.
  • Streektaal (dialect) en rijkstaal.
  • Taalverandering.
Terugblik
Vandaag
  • Beginnen aan paragraaf 4: Bouwstenen en fonetisch alfabet.

Slide 3 - Tekstslide

  • Bladzijde 92.
  • Opdracht 1: Een woordweb maken over taalles  op de basisschool.
Paragraaf 4: Bouwstenen
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

  • Nu gaan we ons woordweb uitbreiden met de begrippen en kennis die we al hebben over Cursus 4: Taal. 

Vragen die hierbij kunnen helpen zijn:
- Welke taal is jouw moedertaal?
- Ben je vreemde talen aan het leren?
- Welke leenwoorden gebruik je vaak?
Woordweb
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

  • Onze taal bestaat uit bouwstenen.
  • Onze taal 'verengelst'
  • In het Nederlands gebruiken we een alfabet. De losse bouwsteentjes zijn dus onze
    26 letters. Van die bouwsteentjes kun je een bouwwerk (woord) maken
  • Niet elke taal gebruikt een alfabet, in sommige talen hebben ze namelijk geen letters, maar karakters.
Bouwstenen

Slide 6 - Tekstslide

Mercedes
De 'e' in Mercedes spreek je drie keer op een verschillende manier uit? Gek he?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

1
2
3

Slide 9 - Tekstslide

4
7
5
6

Slide 10 - Tekstslide

  • Je hebt de belangrijkste begrippen van de cursus Taal tot nu toe herhaald.
  • Je weet wat de bouwstenen van de Nederlandse taal zijn.
Lesdoelen

Slide 11 - Tekstslide