Domein Markten II (herhaling marktvormen)

Opbouw van deze LessonUp
* Voorkennis activeren
* Een quiz over het onderscheiden van de 'omstandigheden waarmee vragers en aanbieders van een product te maken hebben' (= vier marktvormen) 
* Herhalen markt en marktvormen
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Opbouw van deze LessonUp
* Voorkennis activeren
* Een quiz over het onderscheiden van de 'omstandigheden waarmee vragers en aanbieders van een product te maken hebben' (= vier marktvormen) 
* Herhalen markt en marktvormen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een concrete en een abstracte markt?

Slide 2 - Open vraag

Abstracte markt
Concrete markt

Slide 3 - Sleepvraag

Welk type markt zie je op deze afbeelding dus? Leg ook uit waarom dat zo is.

Slide 4 - Open vraag

In de economie zijn dus veel markten,
maar we onderscheiden vier marktvormen. Welke ken jij (nog)?

Slide 5 - Open vraag

Prijszetters

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn de marktvormen met prijzetting?
Martkvorm met prijszetting
Marktvorm zonder prijszetting
Monopolie
Oligopolie
Monopolistische concurrentie
Volkomen concurrentie

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Quiz
Een quiz over het onderscheiden van de 'omstandigheden waarmee vragers en aanbieders van een product te maken hebben' (= vier marktvormen) 

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn de kenmerken van de marktvorm monopolie?
A
1 aanbieder, 'homogeen' product
B
Weinig aanbieders, heterogeen product
C
Veel aanbieders, heterogeen product
D
Veel aanbieders, 'homogeen' product

Slide 10 - Quizvraag

Monopolie
Oligopolie
Volkomen concurrentie

Monopolistische concurrentie

Slide 11 - Sleepvraag

volkomen concurrentie
monopolie
oligopolie
monopolistische concurrentie

Slide 12 - Sleepvraag

De aanbieder op de marktvorm monopolie ...
A
is volledig vrij in het bepalen van de prijs
B
biedt een heterogeen product aan
C
is een hoeveelheids-aanpasser
D
is een prijszetter

Slide 13 - Quizvraag

De marktvorm volkomen concurrentie ...
A
bestaat uit vier verschillende markten
B
komt in de praktijk heel veel voor
C
heeft heterogene producten
D
heet ook wel volledige mededinging

Slide 14 - Quizvraag

Welke
marktvorm?
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie

Slide 15 - Quizvraag

Actualiteit: Wat verbindt de recente invasie van Oekraïne door Rusland met de Arabische Lente, de val van de Sovjet-Unie, het Russische imperium van Catharina de Grote, het Romeinse Rijk én het oude Griekenland?

Slide 16 - Tekstslide

Hoe heten onderstaande marktvormen?
monopolie
volkomen concurrentie
Een markt met veel vragers en veel aanbieders.
Een markt met veel vragers en één aanbieder.

Slide 18 - Sleepvraag

Prijszetters

Slide 19 - Tekstslide

Van welke marktvorm
is hier sprake?
A
Volkomen concurrentie
B
Monopolie

Slide 20 - Quizvraag

Bij welke marktvorm(en) zijn er veel aanbieders?
A
Oligopolie en Monopolie
B
Volkomen concurrentie en Oligopolie
C
Monopolie en Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie en Monopolistische concurrentie

Slide 21 - Quizvraag

De arbeidsmarkt hoort bij de marktvorm
A
volkomen concurrentie
B
oligopolie
C
monopolie
D
monopolistische concurrentie

Slide 22 - Quizvraag

Oligopolie
Monopolie
1 aanbieder
Weinig aanbieders
Voorbeeld:
NS
Voorbeeld:
energie-bedrijf

Slide 23 - Sleepvraag

Om welke marktvorm
gaat het hier?
A
Monopolie
B
Volkomen concurrentie
C
Oligopolie
D
Monopolistische concurrentie

Slide 24 - Quizvraag

welke marktvorm?
A
Volledige mededinging
B
monopolistische concurrentie
C
oligopolie
D
monopolie

Slide 25 - Quizvraag

Wat zijn de kenmerken van de marktvorm oligopolie?
A
1 aanbieder, homogeen product
B
Weinig aanbieders, heterogeen product
C
Weinig aanbieders, homogeen product
D
Veel aanbieders, homogeen product

Slide 26 - Quizvraag

Van welke marktvorm kan dit geen grafiek zijn?
A
Volledige mededinging
B
monopolistische concurrentie
C
monopolie
D
oligopolie

Slide 27 - Quizvraag

Marktvorm?
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie

Slide 28 - Quizvraag

Welke marktvorm?
A
Volkomen concurrentie
B
Monopolistische concurrentie
C
Oligopolie
D
Monopolie

Slide 29 - Quizvraag

Welke
marktvorm?
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie

Slide 30 - Quizvraag

Welke
marktvorm?
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie

Slide 31 - Quizvraag

Om welke marktvorm
gaat het hier?
A
Monopolie
B
Volkomen mededinging
C
Oligopolie
D
Monopolistische concurrentie

Slide 32 - Quizvraag

Van welke marktvorm(en) kan dit een grafiek zijn?
A
Monopolistische concurrentie
B
Monopolie
C
Volledige mededinging
D
Oligopolie

Slide 33 - Quizvraag

Wat voor een marktvorm past bij de bloemenveiling?
A
volkomen concurrentie
B
monopolie
C
oligopolie
D
monopolistische concurrentie

Slide 34 - Quizvraag

Heb je na de quiz goed door wat de vier marktvormen van elkaar onderscheidt?

Slide 35 - Open vraag

Afsluiting van deze LessonUp
* Voorkennis geactiveerd over markten en marktvormen
* Een quiz over het onderscheiden van de 'omstandigheden waarmee vragers en aanbieders van een product te maken hebben' (= vier marktvormen) gedaan 
* Herhalen markt en marktvormen

Slide 36 - Tekstslide