4M H4 Grafieken en vergelijkingen 4.3 4.4 HUI

H4 Grafieken en vergelijkingen


Hoe kan je ook alweer een  vergelijking oplossen?

1. Grafieken
2. Balansmethode
3. Inklemmen
?
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

H4 Grafieken en vergelijkingen


Hoe kan je ook alweer een  vergelijking oplossen?

1. Grafieken
2. Balansmethode
3. Inklemmen
?

Slide 1 - Tekstslide

4M H4 Grafieken en vergelijkingen
4.1 Evenredig en omgekeerd evenredig
4.2 Allerlei formules en verbanden
4.3 Gelijkwaardige formules
4.4 Vergelijkingen oplossen


Slide 2 - Tekstslide

PLANNING H4 voor heel deze WEEK:
  • H4.3
Eerst doorlezen alle theorie H4.3
Maken: Herhaling H4.3 (blz 216-221)

  • H4.4
Eerst doorlezen alle theorie H4.4
Maken: Herhaling H4.4 (blz 216-221)

  • Dtoets
Eerst doorlezen de samenvatting van H4
Maken: Dtoets
Zelf thuis afmaken en nakijken (met een andere kleur) en verbeteren.
 


Controleer 
of je de leerdoelen beheerst!!!

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Herhalen
Leerdoelen
Uitleg en voorbeelden
Vragen stellen




Daarna aan het werk met het huiswerk voor deze WEEK.

Zelf thuis afmaken en nakijken (met een andere kleur) en verbeteren.







Slide 4 - Tekstslide

Evenredig en omgekeerd evenredig
Evenredig :
  • tabel
  • grafiek
  • formule


Omgekeerd evenredig :
  • tabel
  • grafiek
  • formule
Herhaling

Slide 5 - Tekstslide

4.2 Allerlei formules en grafieken
Herhaling

Slide 6 - Tekstslide


Welk verband hoort bij deze grafieken?

HERHALING
A
lineair verband = II evenredig verband = I omgekeerd evenredig verband = III
B
lineair verband = III evenredig verband = II omgekeerd evenredig verband = I
C
lineair verband = III evenredig verband = I omgekeerd evenredig verband = II
D
lineair verband = II evenredig verband = III omgekeerd evenredig verband = I

Slide 7 - Quizvraag




Welk formule
hoort bij III ?
HERHALING
A
y = 3 x - 2
B
y = 3 - 2 x
C
y = 3 + 2 x
D
y = - 2 x + 3

Slide 8 - Quizvraag









Welk formule
hoort bij II ?
HERHALING
A
4 : x = y
B
x • y = 4
C
4 : y = x
D
x : y = 4

Slide 9 - Quizvraag









Welk formule
hoort bij I ?
HERHALING
A
y = 2 x
B
y = 0,5 x
C
x = 0,5 y
D
x = 2 y

Slide 10 - Quizvraag

H4 Grafieken en vergelijkingen


Hoe kan je ook alweer een  vergelijking oplossen?

1. Grafieken
2. Balansmethode
3. Inklemmen
?

Slide 11 - Tekstslide

4M H4 Grafieken en vergelijkingen
4.1 Evenredig en omgekeerd evenredig
4.2 Allerlei formules en verbanden
4.3 Gelijkwaardige formules
4.4 Vergelijkingen oplossen


Slide 12 - Tekstslide

4.3 Gelijkwaardige formules
Leerdoelen:
O Jij weet dat gelijkwaardige formules, dezelfde formules zijn maar
    anders geschreven
O Jij kan met een berekening controleren of formules gelijkwaardig zijn
O Jij kan een formule stap voor stap omschrijven (m.b.v. de balansmethode)
    naar andere een gelijkwaardige formule.



Slide 13 - Tekstslide

PLANNING H4 voor heel deze WEEK:
  • H4.3
Eerst doorlezen alle theorie H4.3
Maken: Herhaling H4.3 (blz 216-221)

  • H4.4
Eerst doorlezen alle theorie H4.4
Maken: Herhaling H4.4 (blz 216-221)

  • Dtoets
Eerst doorlezen de samenvatting van H4
Maken: Dtoets
Zelf thuis afmaken en nakijken (met een andere kleur) en verbeteren.
 


Controleer 
of je de leerdoelen beheerst!!!

Slide 14 - Tekstslide

4.3 Gelijkwaardig formules

Slide 15 - Tekstslide

4.3 Gelijkwaardig formules
Je mag zelf een handig getal kiezen voor het invullen  !

Slide 16 - Tekstslide

Welke formules is gelijkwaardig met
y = -2x + 5 ?
Vul eerst zelf een getal in...
A
x = -2y -2,5
B
x = -2y+2,5
C
x = 0,5y-2,5
D
x = -0,5y +2,5

Slide 17 - Quizvraag

Uitleg gelijkwaardige formule 
van y = -2x + 5 
Vul in bijvoorbeeld x = 1
y = -2 • 1 +5 = -2 + 5 = 3
Bij x = 1 hoort y = 3


Vul nu y = 3 in:
A) x = -2 • 3 - 2,5 =  -6 - 2,5 = -8,5    Klopt niet
B) x = -2 • 3 + 2,5 =- 6 + 2,5 = -3,5    Klopt niet
C) x = 0,5 • 3 - 2,5 = 1,5 -2,5 = -1        Klopt niet 
D) x = -0,5 • 3 + 2,5 = -1,5 +2,5 = 1    Klopt wel  x=1  antw.

Slide 18 - Tekstslide

(Her) ken jij nu gelijkwaardige formules ?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

PLANNING H4 voor heel deze WEEK:
  • H4.3
Eerst doorlezen alle theorie H4.3
Maken: Herhaling H4.3 (blz 216-221)

  • H4.4
Eerst doorlezen alle theorie H4.4
Maken: Herhaling H4.4 (blz 216-221)

  • Dtoets
Eerst doorlezen de samenvatting van H4
Maken: Dtoets
Zelf thuis afmaken en nakijken (met een andere kleur) en verbeteren.
 


Controleer 
of je de leerdoelen beheerst!!!

Slide 20 - Tekstslide

4.4 Vergelijkingen oplossen Leerdoelen

O   Jij (her)kent het verschil tussen en formule en een vergelijking
O   Jij kan vergelijkingen op drie manieren oplossen:
         1. Oplossen met de grafieken 
         2. Oplossen met de balansmethode
         3. Oplossen met inklemmen 
O     Jij (her)kent wanneer je kan oplossen met grafieken
O     Jij (her)kent wanneer je kan oplossen met de balansmethode
O   Jij (her)kent wanneer je kan oplossen met de inklemmen
O   Jij weet dat je altijd apart antwoord moet geven op de vraag, na het oplossen van de  
       vergelijking.










Slide 21 - Tekstslide


Welk verband hoort bij deze grafieken?

HERHALING
A
lineair verband = III evenredig verband = I omgekeerd evenredig verband = II
B
lineair verband = III evenredig verband = II omgekeerd evenredig verband = I
C
lineair verband = II evenredig verband = I omgekeerd evenredig verband = III
D
lineair verband = II evenredig verband = III omgekeerd evenredig verband = I

Slide 22 - Quizvraag

Uitleg gelijkwaardige formule 
van y = -2x + 5 
Vul in bijvoorbeeld x = 1
y = -2 • 1 +5 = -2 + 5 = 3
Bij x = 1 hoort y = 3


Vul nu y = 3 in:
A) x = -2 • 3 - 2,5 =  -6 - 2,5 = -8,5    Klopt niet
B) x = -2 • 3 + 2,5 =- 6 + 2,5 = -3,5    Klopt niet
C) x = 0,5 • 3 - 2,5 = 1,5 -2,5 = -1        Klopt niet 
D) x = -0,5 • 3 + 2,5 = -1,5 +2,5 = 1    Klopt wel  x=1  antw.
HERHALING

Slide 23 - Tekstslide

Vergelijkingen oplossen op 3 manieren
1. Met de grafieken
   (alleen als die er zijn)
2. Met de balansmethode
   (goed kijken of dat wel gaat)
3. Met inklemmen
   (Kan altijd, maar veel werk:  2x of 3 x berekenen

erboven en eronder en evt. precies)

Slide 24 - Tekstslide

1. Vergelijking oplossen met grafieken
Vraag 1 Wanneer is het huren van een scooter even duur als het huren van een auto? 
Vraag 2 Ik heb €200,-
Hoeveel dagen extra 
kan ik een scooter ipv een auto?
Vraag 3 Verzin zelf een derde vraag...

Slide 25 - Tekstslide

1. Vergelijking oplossen met grafieken
Vraag 1:
 Kan jij bij deze grafiek de letterformule maken? 
Vraag 2:
 Kan jij bij deze gegevens  een vergelijking maken?
L = 40-5b
25 = 40-5b

Slide 26 - Tekstslide

2. Vergelijking oplossen met de balansmethode
Vraag: Wat is hier de vergelijking ?

Slide 27 - Tekstslide

Balans methode 
    7x+6    = 5x+15
    7x - 5x = 15 - 6 
         2x   =   9
           x   =  4,5  

Balansmethode
vergelijking opschrijven
1
letters naar links
2
getallen naar rechts
3
delen door het getal voor de letter
4

Slide 28 - Tekstslide

2. Vergelijking oplossen met de balansmethode
Vraag a) Los op.
18x -3 = 5

Vraag b) Los op.
-8 -x = -17

Slide 29 - Tekstslide

0

Slide 30 - Video

5x + 1 = 2x + 10
Neem over en
los de vergelijking op, stap voor stap. 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

3. Vergelijking oplossen met de inklemmen
LET OP:
  • Klem het antwoord van boven en van onder in (= 2x berekening)

  • Als het precies uitkomt 
     (= 3e berekening !)

  • Geef altijd duidelijk antwoord op de vraag.
     Jarco heeft 18,5 uur gewerkt


Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

3. Vergelijking oplossen met de inklemmen
LET OP:
  • Met a2 en a in één formule moet je bijna altijd inklemmen

  • Maak 2 of 3 berekeningen

  • Maak hier evt. gebruik van de symmetrie (dalparabool)


Slide 36 - Tekstslide

3. Vergelijking oplossen met de inklemmen
LET OP: zoek eerst een snijpunt en lees a af.
  • a= 0,7 berekenen (te veel)
  • a= 0,8 berekenen (te weinig)
  • Mag met tabel hoeft niet, maar dan moeten er wel een berekeningen staan

  • Beste antwoord op de vraag kiezen
  • ANTWOORD geven !


Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video



Hoe los je 
deze vergelijking 
het beste op ?

A
Grafieken
B
Balansmethode
C
Inklemmen
D
Dat kan niet

Slide 39 - Quizvraag



Hoe los je 
deze vergelijking 
het beste op ?

A
Grafieken
B
Balansmethode
C
Inklemmen
D
Dat kan niet

Slide 40 - Quizvraag

(Her)ken jij hoe je een vergelijking moet oplossen ?
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Poll

PLANNING H4 voor heel deze WEEK:
  • H4.3
Eerst doorlezen alle theorie H4.3
Maken: Herhaling H4.3 (blz 216-221)

  • H4.4
Eerst doorlezen alle theorie H4.4
Maken: Herhaling H4.4 (blz 216-221)

  • Dtoets
Eerst doorlezen de samenvatting van H4
Maken: Dtoets
Zelf thuis afmaken en nakijken (met een andere kleur) en verbeteren.
 


Controleer 
of je de leerdoelen beheerst!!!

Slide 42 - Tekstslide