9.2 Goed geregeld (deel 1)

9.2 Goed geregeld
  • Uitleg 9.2 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

9.2 Goed geregeld
  • Uitleg 9.2 

Slide 1 - Tekstslide

Uitscheiding
Door:
  • Huid: zout en water
  • Nieren: water, zouten, vitamines (B en C) en afvalstoffen
  • Lever: Kleurstoffen, alcohol, andere afvalstoffen
  • Longen: koolstofdioxide en water

Slide 2 - Tekstslide

Regeling glucosegehalte
Geregeld door:
  • Hormonen - regelstoffen in je lichaam
  • Je lichaam meet het glucosegehalte in je bloed
  • Insuline en glucagon - gemaakt door de alvleesklier
  • te weinig glucose gemeten in de lever
  • te veel glucose gemeten in de lever

Slide 3 - Tekstslide

Insuline
  • Teveel glucose in bloed: alvleesklier maakt insuline. 
  • Insuline: glucose wordt opgeslagen in de spieren en lever als glycogeen & cellen nemen glucose op.
  • De hoeveelheid suiker in je bloed wordt lager.

Slide 4 - Tekstslide

Glucagon
  • Te weinig glucose in het bloed: alvleesklier maakt glucagon.
  • Glucagon: glycogeen (uit lever /spieren) wordt omgezet in glucose.
  • De hoeveelheid suiker in je bloed wordt hoger.
          

Slide 5 - Tekstslide

Bloedsuiker
Als bloedsuiker stijgt:
- De alvleesklier maakt insuline.
- Insuline zet Glucose om in Glycogeen en opgeslagen in de spieren en lever.

Als bloedsuiker te ver daalt:
- Maakt de alvleesklier Glucagon
- Glycogeen uit de spieren en lever wordt weer omgezet in glucose.

Glucose
Insuline
Glycogeen
Glucagon

Slide 6 - Tekstslide

insuline
glucagon
stimuleert cellen om meer glucose op te nemen
bloedsuikerspiegel stijgt
bloedsuikerspiegel daalt
hoge glucoseconcentratie
lage glucoseconcentratie

Slide 7 - Sleepvraag

Insuline
Glucagon
Glucose gehalte stijgt
Glucose gehalte daalt
Alvleesklier
Lever
Glycogeen
Glucose
Cellen
Stimuleert afbraak glycogeen
Stimuleert opname glucose
Stimuleert aanmaak glycogeen

Slide 8 - Sleepvraag

Diabetes
Geen diabetes
Type 1:
  • Geen of minder aanmaak insuline
Type 2:
  • Cellen reageren niet of nauwelijks op insuline

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
  • Opdrachten leerroute 9.2 maken en nakijken
  • Samenvatting maken

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link