- Gebieden op hoge breedte, waar de gemiddelde temperatuur altijd onder 10°C is, hebben een toendraklimaat.
- In deze landschapszone in de poolstreken groeien mossen, grassen en lage struiken.
- Het kan nog kouder: in het sneeuwklimaat zijn de gemiddelde maandtemperaturen altijd onder nul. Er groeit niets.