Wat neem je mee:
Pen, potlood, geodriehoek en rekenmachine
Wat moet je kennen:
* Je kunt de inhoud van een prisma en een cilinder berekenen (8.1)
* Je kunt de inhoud van een piramide en kegel berekenen (8.2)
* Je kunt de vergrotingsfactor berekenen bij vergroten (8.3)
* Je kunt de vergrotingsfactor berekenen bij verkleinen (8.3)
* Je kunt de vergrotingsfactor gebruiken om te tekenen (8.3)
* Je kunt de gelijkvormigheid benoemen in gelijkvormige driehoeken (8.4)
* Je kunt in gelijkvormige driehoeken de lengtes van zijden berekenen (8.4)
* Je kunt de oppervlakte van een vergroting berekenen (8.5)
* Je kunt de inhoud van een vergroting berekenen (8.5)
* Je kunt berekeningen maken bij tekeningen op schaal (8.6)
* Je kunt een tekening op schaal maken (8.6)
* Je kunt rekenen met schaalmodellen (8.7)