In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.
Onderdelen in deze les
Theorieën over criminaliteit
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het einde van de les weet je wat de oorzaken zijn van criminaliteit en ken je een aantal theorieën over criminaliteit
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Lezen blz 142 tm 143
Bespreken van leerstof met behulp van filmpjes
Maken van opdrachten
Slide 3 - Tekstslide
tijdgebonden criminaliteit
plaatsgebonden criminaliteit
Te klein geboren kinderen weggooien
Pistool bij je hebben
internet
fraude
overspel
abortus
Slide 4 - Sleepvraag
Samenvatting (sleep naar de juiste plek)
Bij criminaliteit spreken we over alle misdrijven zoals deze staan beschreven in de wet. Een misdrijf houdt namelijk in dat het gaat om ernstige strafbare feiten. Op het moment dat je opgepakt wordt zijn er ernstige gevolgen. Het gaat om een verhoor door de politie, zwaardere straffen en een strafblad. Het is ook tijdsgebonden, omdat spugen vroeger nog strafbaar was en nu alleen asociaal. Het is ook plaatsgebonden, omdat hier wapenbezit strafbaar is en in de VS niet.
ernstige gevolgen
criminaliteit
strafblad
misdrijf
tijdsgebonden
plaatsgebonden
proces-verbaal
overtredingen
Slide 5 - Sleepvraag
Als je ouders crimineel zijn is de kans groter dat jij dat ook wordt.
Sommige mensen zijn crimineel omdat ze impulsiever zijn dan andere mensen.
Veroordeelde criminelen kiezen sneller weer voor de criminaliteit.
Iemand die uit een hecht gezin komt wordt sneller crimineel.
JUIST
ONJUIST
Slide 6 - Sleepvraag
Theorie 1
Aangeleerd-gedragtheorie als je veel omgaat met criminele jongeren is de kans groot dat je zelf ook crimineel wordt. Je gaat bepaald gedrag als gewoon ervaren.
Edwin Sutherland
Slide 7 - Tekstslide
Theorie 1
De persoonlijkheidstheorie; Volgens pyscholoog Sigmund Freud is criminaliteit een gevolg van psychische storingen
Risicofactor:
Sommige mensen hebben psychische stoornis: sneller agressie en geweld
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Anomietheorie (Robert Merton)
Iedereen wil zo hoog mogelijk op de maatschappelijke ladder komen. Dat lukt niet iedereen, o.a. door afkomst of ontbreken diploma. Een deel stelt doelen bij. Anderen gaan strafbare feiten plegen.
Theorie 2
Slide 10 - Tekstslide
Bindingstheorie. De bindingen die wij aangaan met onze vrienden, familie, docent, sportvereniging zorgen ervoor dat we minder snel crimineel verdrag vertonen, omdat we bang zijn deze mensen teleur te stellen
Theorie 3
Slide 11 - Tekstslide
Theorie 4: Rationele keuze theorie
Gelegenheidstheorie er wordt een afweging gemaakt wat levert mij dit op en wat kunnen de consequenties zijn. Levert het meer op dan kan er crimineel gedrag plaatsvinden
Slide 12 - Tekstslide
Theorie 5
Etiketteringstheorie iemand die eenmaal een misdaad heeft begaan zal dit volgende keren ook weer doen.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
neutraliseringstheorie
goed praten wanneer je de wet overtreed.
Dus ontkennen dat hun gedrag cimineel is
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Slide 19 - Video
Conclusie
We gaan er tegenwoordig van uit dat niet 1 theorie klopt, maar dat het een aantal factoren zijn die samen crimineel gedrag in de hand werken. Het is als het ware een optelsom.
Slide 20 - Tekstslide
Maken
Overige tijd
Maak opdrachten van
9.3
Slide 21 - Tekstslide
Afronding
Slide 22 - Tekstslide
Aangeleerd gedragtheorie
Neutraliserings- theorie
Etikettentheorie
Anomietheorie
Rationele-keuze theorie
Jongeren schakelen hun schuldgevoel uit als ze in een groep strafbare feiten plegen.
Het plegen van een misdrijf is een weloverwogen keuze. Er wordt afweging gemaakt van kosten en baten.
Als iemand steeds 'crimineel' genoemd wordt, kan de persoon zich hier naar gaan gedragen.
Crimineel gedrag wordt aangeleerd in contact met mensen uit je eigen omgeving
Criminaliteit is het gevolg van de botsing tussen het willen behalen, maar niet kunnen behalen van de door de samenleving gestelde doelen.
Slide 23 - Sleepvraag
0
Slide 24 - Video
Maatschappelijke
omstandigheden
Naast persoonlijke kenmerken zijn er ook algemene (maatschappelijke) omstandigheden die crimineel gedrag beïnvloeden:
Er gelden minder strenge normen dan vroeger.
Er is minder sociale controle dan vroeger. Hierdoor is de pakkans kleiner geworden.
Slide 25 - Tekstslide
Opvallende groepen
Bepaalde groepen in de samenleving komen vaker voor in de misdaadstatistieken, zoals:
Jongens en mannen (95% van de gevangenen zijn man).
Jongeren tussen de 16 en 23.
Niet-westerse allochtonen (en tussen verschillende groepen allochtonen verschillen de cijfers ook weer).
Slide 26 - Tekstslide
Jongeren en criminaliteit
Met name jongeren tussen 16-23 jaar plegen veelvoorkomende criminaliteit (diefstal, vandalisme)
Tot 18 jaar lichte taakstraf (HALT= Het Alternatief
5% van de jongeren pleegt vaker iets strafbaars (recidivist), meestal steeds zwaardere misdrijven.