Cliënt: ‘Mijn werk is echt drie keer niks. Het enige wat ik moet doen, is dozen recht zetten.’
Beroepskracht MZ: ‘Je baalt ervan dat je werk helemaal niets voorstelt.’
Cliënt: ‘Ik begrijp er niets van. Mijn man is altijd precies op tijd. Hij had er allang moeten zijn.’
Beroepskracht MZ: ‘U maakt zich zorgen, u begrijpt niet waarom uw man er nog niet is?’
Collega: ‘Iedereen heeft me vandaag nodig. Ik word helemaal gek. Ik kom niet aan pauze toe en nu staat er alweer een cliënt op me te wachten.’
Beroepskracht MZ: ‘Je snakt naar een momentje rust, zo te horen.’