les 1: 3.1 Het periodiek systeem

H3 Moleculen en atomen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3 Moleculen en atomen

Slide 1 - Tekstslide

3.1 Het periodiek systeem
Deze les:
- Molecuulmodel
- 3.1 Periodiek systeem
- DP: Stroomgeleiding van elementen
- DP: Natriun en kalium in water.
- maken 3.1 opdr 10 t/m 15 
- uitwerkingen H2 in TEAMS.

Slide 2 - Tekstslide

3.1 Het periodiek systeem
Het molecuulmodel
Het molecuulmodel heeft 4 uitgangspunten:
  1. Elke stof bestaat uit moleculen.
  2. Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen.
  3. Moleculen zijn altijd in beweging.
  4. Moleculen trekken elkaar aan.

Slide 3 - Tekstslide

3.1 Het periodiek systeem
Niet-ontleedbare stoffen
  • Waterstof en zuurstof zijn niet-ontleedbare stoffen, je kunt ze niet verder ontleden.
water (l) --> waterstof (g) + zuurstof (g)
Water kun je ontleden in waterstof en zuurstof.

Slide 4 - Tekstslide

3.1 Het periodiek systeem
Het atoomodel van Dalton
Met het molecuulmodel kun je de ontleding van water niet verklaren. Volgens dit model zijn moleculen de kleinste deeltjes van een stof.
  • Dalton paste daarom in 1800 het molecuulmodel aan.
  • Dalton nam aan dat moleculen uit nog kleinere deeltjes bestaan: atomen genaamd.

Slide 5 - Tekstslide

3.1 Het periodiek systeem
Het atoomodel van Dalton
Er zijn drie uitgangspunten voor het atoommodel van Dalton.
  1. Moleculen zijn opgebouwd uit atomen.
  2. Atomen zijn niet te vernietigen.
  3. Alle atomen van niet-ontleedbare stoffen zijn aan elkaar gelijk.
Een molecuul bestaat uit een aantal met elkaar verbonden atomen.

Slide 6 - Tekstslide

3.1 Het periodiek systeem
Elementen
Je noemt niet-ontleedbare stoffen ook wel de elementen.
  • Er zijn 118 verschillende elementen. 
  • Een element wordt ook wel een atoomsoort genoemd.
  • Elk element heeft een eigen symbool, dat uit 1 of 2 letters bestaat.
  • De eerste letter is altijd een HOOFDLETTER.

Slide 7 - Tekstslide

3.1 Het periodiek systeem
Elementen
Een aantal symbolen moet je uit je hoofd leren.

Slide 8 - Tekstslide

3.1 Het periodiek systeem
Het periodiek systeem

Slide 9 - Tekstslide

3.1 Het periodiek systeem
DP Stroomgeleiding van twee elementen.

De docent onderzoekt de stroomgeleiding van de twee groepen elementen uit het Periodiek Systeem.

Slide 10 - Tekstslide

De elementen in dezelfde groep (kolom) hebben overeenkomstige eigenschappen.
Groepen:
  • Groep 1: alkalimetalen, zeer reactief en reageren heftig met water.
3.1 Het periodiek systeem

Slide 11 - Tekstslide

De elementen in dezelfde groep (kolom) hebben overeenkomstige eigenschappen.
Groepen:
  • Groep 1: alkalimetalen, zeer reactief en reageren heftig met water.
3.1 Het periodiek systeem

Slide 12 - Tekstslide

3.1 Het periodiek systeem
DP1 Eigenschappen van natrium (en kalium).

De docent laat eigenschappen van natrium en kalium zien.

Slide 13 - Tekstslide

De elementen in dezelfde groep (kolom) hebben overeenkomstige eigenschappen.
Groepen:
  • Groep 1: alkalimetalen, zeer reactief en reageren heftig met water.
  • Bij reactie met water ontstaat waterstof, dat kan spontaan ontbranden en maakt de reactie heftiger.
3.1 Het periodiek systeem

Slide 14 - Tekstslide

De elementen in dezelfde groep (kolom) hebben overeenkomstige eigenschappen.
Groepen:
  • Groep 17: halogenen (zoutvormers), zeer reactief.
3.1 Het periodiek systeem

Slide 15 - Tekstslide

De elementen in dezelfde groep (kolom) hebben overeenkomstige eigenschappen.
Groepen:
  • Groep 17: halogenen (zoutvormers), zeer reactief.
  • Halogenen vormen gemakkelijk verbindingen met metalen, bijvoorbeeld natrium en chloor wordt keukenzout.
3.1 Het periodiek systeem

Slide 16 - Tekstslide

Halogenen vormen gemakkelijk verbindingen met metalen, bijvoorbeeld natrium en chloor wordt keukenzout.
keukenzout
natriumchloride
3.1 Het periodiek systeem

Slide 17 - Tekstslide

De elementen in dezelfde groep (kolom) hebben overeenkomstige eigenschappen.
Groepen:
  • Groep 18: edelgassen reageren niet met andere elementen en vormen dus geen verbindingen.
3.1 Het periodiek systeem

Slide 18 - Tekstslide

Eigenschappen van metalen
  • Ze geleiden elektrische stroom.
  • Ze zijn goede warmtegeleiders.
  • Ze hebben in het algemeen een hoog smeltpunt (uitgezonderd kwik).
3.1 Het periodiek systeem

Slide 19 - Tekstslide

Eigenschappen van metalen
  • Ze geleiden elektrische stroom.
  • Ze zijn goede warmtegeleiders.
  • Ze hebben in het algemeen een hoog smeltpunt (uitgezonderd kwik).
  • Ze zijn makkelijk te vormen door smeden en walsen.
3.1 Het periodiek systeem

Slide 20 - Tekstslide

Eigenschappen van metalen
  • Ze geleiden elektrische stroom.
  • Ze zijn goede warmtegeleiders.
  • Ze hebben in het algemeen een hoog smeltpunt (uitgezonderd kwik).
  • Ze zijn makkelijk te vormen door smeden en walsen.
  • Ze hebben van nature een glanzend uiterlijk.
3.1 Het periodiek systeem

Slide 21 - Tekstslide

AAN DE SLAG en HUISWERK

- maken 3.1 opdr 10 t/m 15
- leren figuur 3.2 
- lezen 3.2 Formule taal
- leren 2.1 t/m 2.4 (2.5 blokschema komt later)
3.1 Het periodiek systeem

Slide 22 - Tekstslide