1.5 Schrijven

1.5. Schrijven
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.5. Schrijven

Slide 1 - Tekstslide

Lesopbouw
1. Terugblik vorige les
2. Lesdoelen
3. Voorkennis activeren
4. Instructie
5. Inoefening
6. Zelfstandige verwerking 
7. Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les
1. Hoe vind je de pv in een zin?
2. Hoe vind je het wg in een zin?
3. Hoe vind je het o in de zin?
4. Hoe vind je het lv in een zin?
5. Hoe vind je een mv in een zin?

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Aan het einde van de les ken je de vaste onderdelen van een e-mail of brief.
2. Aan het einde van de les kun je een goede zakelijke e-mail schrijven. 
3. Aan het einde van de les ken je de volgende verwijswoorden: dat, die en wat. 

Slide 4 - Tekstslide

Instructie verwijswoorden
Als je verwijswoorden gebruikt, wordt een tekst afwisselender en prettiger om te lezen.
  • 'Dat' verwijst naar het-woorden.
  • 'Die' verwijst naar de-woorden (enkelvoud en meervoud)
  • 'Wat' verwijst naar iets onbepaalds, een overtreffende trap, een hele zin.

Slide 5 - Tekstslide

In de bijlage vind je het inschrijfformulier.
... kun je mailen naar de decaan.
A
Dat
B
Die
C
Wat

Slide 6 - Quizvraag

Leerlingen ... belangstelling hebben, kunnen een e-mail sturen.
A
Dat
B
Die
C
Wat

Slide 7 - Quizvraag

Iets ... ik niet begrijp.
A
Dat
B
Die
C
Wat

Slide 8 - Quizvraag

Voorkennis activeren
1. Woordweb maken: zakelijke e-mail.
2. Opdracht 1 + 2 +3

Slide 9 - Tekstslide

Instructie zakelijke e-mail
  • In een zakelijke e-mail maak je een indeling in: aanhef - inleiding - kern - slot - afsluiting.
  • Je maakt alinea's.
  • Je gebruikt signaalwoorden om het verband tussen de zinnen en de alinea's aan te geven.
  • Ook gebruik je verwijswoorden om de tekst afwisselender te maken. 

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandige verwerking
  • Je maakt de schrijftaak (blz. 46 en 47).
  • Afspraken bij het zelfstandig werken:
1. Als je iets niet snapt mag je je schoudermaatje vragen. Doe dit zachtjes.
2. Kom je er samen niet uit, dan steek je je vinger op. Je gaat ondertussen verder met de volgende opdracht.
3. Tijdens mijn ‘service-rondje’ probeer ik je te helpen.

Slide 11 - Tekstslide

Afsluiting
1. Aanvullen woordweb (start les).
2. Huiswerk: schrijftaak. 

Slide 12 - Tekstslide