HC Duitsland 4.3.2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

   Welkom!

Herhaling 4.3

Waar of niet waar?

1) Vanaf de jaren '60 verslechterden in de detente de relaties tussen de SU en VS.

2) Brandt probeerde met zijn Ostpolitik de relatie met de Oost-Europese landen te verbeteren, maar niet met de DDR.

3) De Bondsrepubliek bleef in de '60 en '70 streven naar Duitse eenheid.

4) Om de goede verhouding met het Westen te waarborgen, zette Brandt zich in voor Europese integratie.

5) Kritiek van jongeren op de consumptiecultuur en beperkte nazificatie ontaardde in de BRD in terrorisme.

6) Links-terroristische groepen als de Baader-Meinhofgroep, ontvingen steun uit de DDR.

2.3 Toenadering, hereniging en integratie

45. De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog.

47. De eenwording van Europa.

48. De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de twintigste eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen.

Programma

• Herhaling 4.3.1
• Leerdoelen
• Uitleg HC Duitsland 4.3 leerdoel 3-4
• Video Sovjet-Unie
• Uitleg HC Duitsland 4.3 leerdoel 5
• Herhaling/ weektaak
• Afsluiting

Leerdoelen 2.3

3. Ik kan verklaren waarom Gorbatsjov perestrojka en glasnost noodzakelijk vond en wat de gevolgen daarvan waren voor de communistische landen in Oost-Europa.

4. Ik kan de relatie beschrijven tussen de hervormingspolitiek van Gorbatsjov en de Val van de Berlijnse Muur.

5. Ik kan beschrijven wat vanaf 1990 de positie van het herenigde Duitsland binnen de Europese samenwerkingsverbanden is.

Aan de slag

- Wat? Keuzemenu

    I herhalingsoefeningen

   II weektaak    

   III vragen stellen

- Hoe? Alleen en in stilte.

- Hulp? Docent of klasgenoot 

(fluisterend).

- Klaar? Werk leerdoelen uit.

Herhalingsoefeningen

1) Wat was geen gevolg van de hervormingspolitiek van Gorbatsjov voor het Oostblok en de Sovjet-Unie?

A) Communistische regeringen in Oost-Europa verdwenen.

B) Chaos in de voormalige Sovjet-Unie en onzekerheid voor de inwoners van de voormalige Sovjet-Unie.

C) De positie van de BRD werd versterkt.  

D) De positie van de Sovjet-Unie als wereldmacht werd zwakker.

2) Leg uit welk verband bestaat tussen de hervormingspolitiek van Gorbatsjov en de Val van de Berlijnse Muur.

3) Welk feit droeg niet bij aan de snelle integratie van het verenigde Duitsland in Europa, waarin het steeds meer een leidende rol op zich nam?

A) Frankrijk accepteerde de Duitse hereniging. 

B) Immigratie werd een probleem voor Duitsland.

C) Kohl accepteerde de invoering van de euro.  

Leerdoelen 2.3

3. Ik kan verklaren waarom Gorbatsjov perestrojka en glasnost noodzakelijk vond en wat de gevolgen daarvan waren voor de communistische landen in Oost-Europa.

4. Ik kan de relatie beschrijven tussen de hervormingspolitiek van Gorbatsjov en de Val van de Berlijnse Muur.

5. Ik kan beschrijven wat vanaf 1990 de positie van het herenigde Duitsland binnen de Europese samenwerkingsverbanden is.