In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
bord 0.13 1H 16-11
Christian Floris
MatthijsJames
Eline Cato
Mart Hugo
Ewout Jens
Liam
JuliaNoortje
Tjisse Steven
TimNoah
Selen Fienne
Guus Dominique
x
Joris B Tom
HannahMarie
Joris W Joep
Slide 1 - Tekstslide
Herhalen en leren thema 2
organen en cellen
bs. 1 t/m 4 en leren onderzoeken
Blz. 84
Slide 2 - Tekstslide
Programma
Doorbladeren boek, korte uitleg leerstof op het bord.
Zelfstandig leren
lessonup quizvragen
Slide 3 - Tekstslide
view.publitas.com
Slide 4 - Link
Programma
Doorbladeren boek, korte uitleg leerstof op het bord.
Zelfstandig leren
Hoe? per bs. afbeeldingen bekijken, stukjes lezen, aantekening maken wat je nog niet goed kan, opgaven doornemen/maken, leerkaartjes maken.
lessonup quizvragen
timer
15:00
Slide 5 - Tekstslide
Welk van de volgende dingen is een plastide?
A
Zetmeelkorrels
B
Bladmoes
C
Zenuwstelsel
D
Kraakbeen
Slide 6 - Quizvraag
Hoe heet het plantenweefsel dat nieuwe houtcellen aanmaakt?
A
Vacuole
B
Huidmondje
C
Opperhuid
D
Cambium
Slide 7 - Quizvraag
Hoe heet onderdeel van het blad waar vaatbundels doorheen lopen?
A
Bladsteel
B
Bladmoes
C
Hoofd- en zijnerven
D
Bladschijf
Slide 8 - Quizvraag
Wat wordt er vervoerd door het vatenstelsel van de bladeren naar andere delen van de plant?
A
Glucose
B
Water en mineralen
C
Zuurstof
D
Water en koolstofdioxide
Slide 9 - Quizvraag
Het oculair van een microscoop vergroot 10×. Het objectief van deze microscoop vergroot 10×. Wat is de totale vergroting van deze microscoop?
A
10x
B
100x
C
20x
D
40x
Slide 10 - Quizvraag
18. Welk onderdeel vind je niet in een cel van een hond, maar wel in een cel van een blad van een rozenplant
A
Bladgroenkorrels
B
Celkern
C
Celmembraan
D
Cytoplasma
Slide 11 - Quizvraag
In de afbeelding zijn delen van het lichaam van een mens getekend. Telkens is een klein stukje verder uitvergroot. In welke tekening is een weefsel weergegeven?
A
in tekening 1
B
in tekening 2
C
in tekening 3
D
in tekening 4
Slide 12 - Quizvraag
Een plant maakt zijn eigen voedsel in de bladeren.
Waar in de bladeren gebeurt dit vooral?
A
Vooral in het bladmoes.
B
Vooral in de bladsteel.
C
Vooral in de nerven.
Slide 13 - Quizvraag
Welk orgaanstelsel is dit?
A
spierstelsel
B
ademhalingsstelsel
C
bloedvatenstelsel
D
verteringsstelsel
Slide 14 - Quizvraag
De torso: Hoe heet het grijze orgaan?
A
De slokdarm
B
De dikke darm
C
De dunne darm
D
De maag
Slide 15 - Quizvraag
Kijk goed naar de torso. Wat wordt er bij 6 aangegeven?
A
De maag
B
De longen
C
De nieren
D
De lever
Slide 16 - Quizvraag
In de tekening zie je een torso en een dwarsdoorsnede van de torso. Op welke plaats is de dwarsdoorsnede gemaakt? Let op: (Selecteer de juiste letter in het antwoord)
A
A
B
B
C
C
Slide 17 - Quizvraag
toets thema 1 bespreken
Je tafel is leeg, geen pen op tafel.
Bekijk goed wat er mis ging bij foute vragen. Niet genoeg antwoord gegeven? Niet goed gelezen? Niet goed geleerd?
Tijd over, nog quizvragen
Slide 18 - Tekstslide
Wat is geen functie van een stengel?
A
water en voedingsstoffen vervoeren
B
de stengel in de grond zetten
C
dragen van bladeren en bloemen
D
dat de plant rechtop kan staan
Slide 19 - Quizvraag
Als je een microscoop wil tillen, waar pak je de microscoop?
A
Bij de tubus
B
Bij het statief
C
Bij de tafel
D
Bij de revolver
Slide 20 - Quizvraag
Hier zie je een tekening van de cel van het blad van een plant. Wat is onderdeel 2
A
celwand
B
celmembraan
C
cytoplasma
D
vacuole
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de functie van het vatenstelsel in een plant?
A
de plant rechtop houden
B
stevigheid geven aan een plant
C
voedingstoffen vervoeren in de plant
Slide 22 - Quizvraag
Wat is geen orgaan van een plant.
A
Wortels
B
Bladeren
C
Stuifmeel
D
Stengel
Slide 23 - Quizvraag
Wat is de functie van de wortel?
A
water opnemen
B
Opslag
C
fotosynthese
D
Water opnemen + opslag
Slide 24 - Quizvraag
Hiernaast zie je een orgaanstelsel van een hond. Welk orgaanstelsel is dit?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Beenderstelsel
D
Verteringsstelsel
Slide 25 - Quizvraag
Een deel van het blad is uitvergroot. Hoe heet dit onderdeel?
A
Celkern
B
Vacuole
C
Huidmondje
D
Celwand
Slide 26 - Quizvraag
VB:Bij welk weefsel van een volwassen mens zit er tussen de cellen de meeste stof die elastisch is?
A
Botweefsel.
B
Kraakbeenweefsel.
C
Spierweefsel.
Slide 27 - Quizvraag
Voordat je met de microscoop gaat werken, controleer je altijd eerst de beginstand. Wat is de beginstand van de microscoop?
A
De kleinste vergroting voor en de tafel helemaal naar beneden.
B
De kleinste vergroting voor en de tafel helemaal naar boven.
C
De grootste vergroting voor en de tafel helemaal naar beneden.
D
De grootste vergroting voor en de tafel helemaal naar boven.