Verkleinwoorden V4

Wat zijn verkleinwoorden?
1 / 13
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat zijn verkleinwoorden?

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide



Noteer het verkleinwoord:

brug

Slide 4 - Open vraag



Noteer het verkleinwoord:

auto

Slide 5 - Open vraag



Noteer het verkleinwoord:

ketting

Slide 6 - Open vraag

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?
A
kano'tje
B
kanotje
C
kanoo'tje
D
kanootje

Slide 7 - Quizvraag

Verkleinwoorden
A
laatje
B
ladetje

Slide 8 - Quizvraag

welke is goed?
A
pinda'tje
B
pindaatje

Slide 9 - Quizvraag

Welke is goed?
A
cafétje
B
cafeetje

Slide 10 - Quizvraag

Welke is goed?
A
diploma'tje
B
diplomaatje

Slide 11 - Quizvraag

verkleinwoord van slang

Slide 12 - Open vraag

Aan de slag
Cursus 7, paragraaf 5, verkleinwoorden opdr. 4 t/m 8
Klaar? Maak de oefentoets

Slide 13 - Tekstslide