Maandag 11 November M4

Maandag 11 November

Extra theorie les
Module 4
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolMBO

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Maandag 11 November

Extra theorie les
Module 4

Slide 1 - Tekstslide

BMI 
- Body Mass Index
- Gezond gewicht

Bij volwassenen van 19 tot 69 jaar
- Gezonde BMI ligt tussen de 18.5 en 25 


Slide 2 - Tekstslide

BMI grenzen
Lager dan 18,5 = ondergewicht
Vanaf 18,5 tot 25 = gezond gewicht
Vanaf 25 tot 30 = overgewicht
30 en hoger = ernstig overgewicht 
                               (obesitas) 

Slide 3 - Tekstslide

BMI berekenen
Gewicht in kilo's delen door het kwadraat van je lichaamslengte in meters. 

Voorbeeld:
Je weegt 65 kilo en bent 1.70 meter lang. 
dan bereken je: 65 kilo / (1,70 x 1,70 meter) = 22.5

Slide 4 - Tekstslide

Bereken nu jouw eigen BMI
- Formule 
- Rekenmachine
- Uitslag 

Slide 5 - Tekstslide

Vochtbalans
Input en output in balans. 

Verstoorde vochtbalans door:
- Koorts                             - Vocht vasthouden
- Transpireren                - Diarree
- Braken                            - Te veel of weinig urineren

Slide 6 - Tekstslide

Wat valt er onder vocht?
- Input
- Allerlei dranken zoals: Koffie, thee, melk enz.
- Pap, vla, yoghurt
-  Soep
- Appelmoes en fruit 

Slide 7 - Tekstslide

Output 
Alle soorten vocht die het lichaam verlaten door
- Urineren
- Braken
- Transpireren 

(noodzakelijk om te urineren in een po / urinaal)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Berekenen vochtbalans
- Berekening is altijd per 24 uur (etmaal)
- Alles bereken in ML (milliliters)

Positieve vochtbalans: dan is er meer vocht opgenomen dan uitgescheiden
Negatieve vochtbalans: dan is er meer vocht uitgescheiden dan opgenomen.

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag 
- Vochtbalans uitrekenen 
- Pen en papier 
- Rekenmachine 

Slide 11 - Tekstslide

Oefen opdracht
Meneer Jansen dronk gisterenochtend een kopje koffie bij het ontbijt en at een yoghurtje. In de voormiddag dronk hij twee glazen water. Het urinaal werd geledigd met 350 ml urine. Tijdens het middageten dronk hij soep en drie glazen water. Bij het dessert dronk hij een kopje koffie. In de namiddag werd het urinaal met 400 ml geledigd. ’s Avonds dronk hij nog een kopje koffie bij de boterhammen. De nachtverpleegkundige noteerde dat het urinaal twee maal geledigd werd, met 400 ml en 350 ml. Meneer Jansen krijgt 4 keer per dag antibiotica intraveneus toegediend. Deze wordt opgelost in 50 ml Natriumchloride 0,9%.

 

(Beker = 150 ml, soepkom = 200 ml, yoghurt = 150 ml, kopje = 100 ml, glas = 165 ml)



Slide 12 - Tekstslide

Antwoord
Het is een positieve vochtbals

175 ML 

Slide 13 - Tekstslide

Oefen opdracht
Mevrouw Willekens dronk gisterenochtend een kopje thee bij het ontbijt. In de voormiddag dronk ze vier glazen water. Mevrouw plast op de bedpan 200 ml. Tijdens het middageten dronk mevrouw twee glazen limonade. Het dessert heeft ze helemaal opgegeten met een kopje koffie. Daarna heeft mevrouw nog een kopje koffie gedronken. In de namiddag nam mevrouw nog een glaasje fruitsap. Ze plaste op de bedpan 550 ml. ’s Avonds dronk mevrouw een kopje koffie en twee witte boterhammen. Mevrouw plast op de nachtstoel 700 ml.

(kopje = 200 ml, glas = 150 ml)

Slide 14 - Tekstslide

Antwoord
Het is een positieve vochtbalans 
van 400 ML. 

Slide 15 - Tekstslide

oefen opdracht
Meneer Peeters heeft als ontbijt enkel een beker koffie gedronken.
In de voormiddag is het urinaal met 200 ml urine geledigd.
Als middagmaal dronk hij een kom soep en een beker koffie. Na het middageten is het urinaal geledigd met 400 ml urine. Als vieruurtje heeft meneer een yoghurtje gegeten. In de namiddag is het urinaal met 300 ml geledigd. Bij het avondeten heeft hij een kom soep gedronken en 2 bekers thee.
De nachtverpleegkundige heeft het urinaal geledigd en noteerde 300 ml urine.

(soepkom = 200 ml, beker = 150 ml, yoghurt = 150 ml)



Slide 16 - Tekstslide

Antwoord
Het is een negatieve vochtbalans

50 ML 

Slide 17 - Tekstslide

Oefen opdracht
Mevrouw Lissens dronk gisterenochtend twee kopjes koffie bij het ontbijt.
 In de voormiddag at ze een yoghurt en dronk ze vier glazen water.
Mevrouw plast op de bedpan 400 ml.
Tijdens het middageten nam ze een kom soep en dronk mevrouw drie glazen frisdrank. Daarna heeft mevrouw nog een kopje koffie gedronken.
In de namiddag nam mevrouw 3 glazen frisdrank.
Ze plaste op de bedpan 500 ml.
 ’s Avonds dronk mevrouw een kopje thee bij de boterhammen.
Ze plaste op de bedpan 550 ml. Bij de avondmedicatie dronk ze twee glazen frisdrank.
Mevrouw plast ’s nachts op de bedpan 700 ml.
(soepkom = 200 ml, yoghurt = 150 ml, kopje = 100 ml, glas = 165 ml)

Slide 18 - Tekstslide

Antwoord
Het is een positieve vochtbalans 
580 ML 

Slide 19 - Tekstslide