taalcollege, week 50

  • taalcollege, week 50
  • les 4:
  • we starten met de dagopening, thema:  ik heb een droom.
  • daarna gaan we naar de nieuwe woorden.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo g, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 26 min

Onderdelen in deze les

  • taalcollege, week 50
  • les 4:
  • we starten met de dagopening, thema:  ik heb een droom.
  • daarna gaan we naar de nieuwe woorden.

Slide 1 - Tekstslide

les 5
  • we gaan kijken naar een filmpje van Juf M: uitleg over het bijvoeglijk naamwoord. 
  • daarna gaan jullie werken in van A tot zin: blz. 74.
  • jullie maken de opdrachten 1 t/ m 5.
  • klaar? maak dan de opdrachten bij 2.12.

Slide 2 - Tekstslide

les 7
  • jullie kijken naar het Journaal in makkelijke taal,
  • daarna werken jullie in Taalcompleet.
  • Julie, Diar en Yosef maken de toets. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

dinsdag, 10 december, vrij om 15:10. 
  • les 1:
  • we starten met de dagopening, daarna gaan we naar nieuwe woorden, en we gaan die oefenen. 

Slide 5 - Tekstslide

les 2
  • we gaan weer naar :Oefenen.nl,
  • na het inloggen gaan jullie naar:
  • Lees en Schrijf, algemeen. 

Slide 6 - Tekstslide

les 4.

  • daarna werken jullie weer verder in Taalcompleet.
  • Liza maakt de toets, en Yosef maakt de toets af.
  • in de pauze (13 uur) van woensdag  doet Liza  het dictee/spreken. 

Slide 7 - Tekstslide

les 3, pauze om 11:05.
  • we kijken eerst naar het Journaal in makkelijke taal,
  • daarna gaan jullie kwartetten.
  • Maak hiervoor 3 groepjes! 

Slide 8 - Tekstslide

woensdag, 11 december, vrij om 16 uur.
  • les 2
  • we beginnen met de dagopening, en daarna gaan we naar de laatste nieuwe woorden: oefenen. 

Slide 9 - Tekstslide

les 3, pauze om 11:05.
  • jullie gaan deze les lezen:
  • eerst gaan jullie ongeveer 30 minuten werken in Beter lezen/Samen lezen, en het laatste kwartier gaan jullie lezen in je eigen boek.

Slide 10 - Tekstslide

  • les 4
  • deze les gaan we naar de grammatica; de trappen van vergelijking. 
  • na de uitleg gaan jullie naar: van A tot Zin: blz. 76 en 77.
  • jullie maken opdracht 3, en online: de opdrachten bij 2.13.

Slide 11 - Tekstslide

van A tot Zin, 2.13.



Trappen van vergelijking

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

TRAPPEN VAN VERGELIJKING
Mensen, dieren en dingen vergelijken

Woord: leuk
Vergrotende trap: leuker
Overtreffende trap: leukst

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

VERGROTENDE TRAP
Dan gebruik je altijd DAN

beter dan 
mooier dan
rijker dan 
kleiner dan
chagrijniger dan

Slide 17 - Tekstslide

ZIJN DINGEN VERSCHILLEND?
dan gebruik je DAN:
het blauwe potlood is langer DAN het oranje potlood.
ZIJN DINGEN HETZELFDE?
dan gebruik je EVEN(ALS):
het blauwe potlood is even lang als het roze potlood.

Slide 18 - Tekstslide

OVERTREFFENDE TRAP
HET = ST
het leukst | het slimst | het gekst 
________________________________________________________________
DE = STE
de leukste | de slimste | de gekste 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

les 5, pauze om 13 uur.
  • deze les gaan we naar Nieuwsbegrip.
  • je luistert eerst naar het verhaal, en kijkt naar het filmpje.
  • daarna loggen jullie in op som: Nederlands.
  • je maakt daar de opdrachten  : woordenschat en squla -quiz.
  • in de pauze: Liza en Diar doen het dictee/spreken.

Slide 21 - Tekstslide

les 6
  • eerst kijken we naar het Journaal in makkelijke taal,
  • daarna is er taalcompleet.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video