proeftoets Klimaatvraagstukken

SO Arm & Rijk H2

K
L
I
M
A
A
T
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

SO Arm & Rijk H2

K
L
I
M
A
A
T

Slide 1 - Tekstslide

De 4 sferen van het systeem aarde
Atmosfeer
Hydrosfeer
Lithosfeer
Biosfeer

Slide 2 - Sleepvraag

Uit welke 4 sferen bestaat de atmosfeer?

Slide 3 - Open vraag

Wat gebeurt er met de temperatuur naarmate je op hogere breedteligging komt?
A
Blijft gelijk
B
Het wordt warmer
C
Het wordt kouder
D
Het wordt droger

Slide 4 - Quizvraag

Op hoge breedte is het kouder ...
A
doordat de zonnestralen onder een grotere hoek invallen
B
het kouder omdat met omdat met elke 1000 m stijging de temperatuur met 6 graden afneemt
C
omdat daar de lucht ijler is
D
het kouder doordat de zonnestralen onder een kleinere hoek invallen

Slide 5 - Quizvraag

Welke uitspraak is juist?
A
Hoe hoger hoe kouder
B
Hoe hoger de breedtegraad, hoe warmer het is.
C
Hoe verder van de evenaar, hoe warmer het is.
D
Hoe lager de breedtegraad, hoe kouder het is.

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel graad is op de Himalaya
op 5000m hoogte,
als in de dal op 1000m 10°C is?
A
-1 °C
B
-20 °C
C
-5 °C
D
-14 °C

Slide 7 - Quizvraag

De afstand tot de zee is ook een temperatuurfactor. Hierbij geldt ...
A
hoe verder van de zee, hoe kouder in de winter
B
hoe verder van de zee, hoe warmer in de winter
C
hoe verder van de zee, hoe kouder in de zomer
D
hoe verder van de zee, hoe warmer in de zomer

Slide 8 - Quizvraag

Het polaire
maximum ligt op ...
A
O graden breedte
B
60,5 graden breedte
C
90 graden breedte
D
23,5 graden breedte

Slide 9 - Quizvraag

Hoe noemen we de regens in de buurt van de evenaar?
A
Stuwingsneerslag
B
Stijgingsneerslag
C
Frontale neerslag
D
Tropische cyclonen

Slide 10 - Quizvraag

In een droge zomerse hittegolf (in NL) overheerst er vaak een .... en een .... drukgebied
A
Westenwind + lage
B
Westenwind + hoge
C
Oostenwind + lage
D
Oostenwind + hoge

Slide 11 - Quizvraag

Sleep de begrippen op de juiste plaats!
Loefzijde
Lijzijde

Slide 12 - Sleepvraag

Het albedo van een .... landschap is het grootst
A
Stedelijk
B
Tropisch
C
Woestijn
D
Landijs

Slide 13 - Quizvraag

Zonder gassen in de atmosfeer is het -18 graden op aarde. Over welk effect gaat het hier?
A
broeikaseffect
B
klimaatverandering
C
natuurlijk broeikaseffect
D
versterkt broeikaseffect

Slide 14 - Quizvraag

Twee beweringen:
1. Langgolvige straling geabsorbeerd door de atmosfeer wordt ook wel het broeikaseffect genoemd.
2. Het broeikaseffect wordt door de mens versterkt.
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 15 - Quizvraag

Welke klimaat factor is afgebeeld?
A
Breedte ligging
B
Ligging ten opzichte van het water
C
Wind
D
Zeestromen

Slide 16 - Quizvraag

De werking van de diepwaterpomp heeft te maken met ...
A
de ITCZ
B
de Wet van Buys Ballot
C
de thermohaliene circulatie
D
de atmosferische circulatie

Slide 17 - Quizvraag

De thermohaliene ciruculatie is de stroming van het zeewater door ....
A
Coriolis verschil van het water
B
luchtdruk verschil boven het water
C
temperatuur verschil van het water
D
zoutgehalte verschil van het water

Slide 18 - Quizvraag

90NB
60 0 NB
30o NB
0o 
Lagedrukgebied 
hogedrukgebied

Slide 19 - Sleepvraag

Wat hoort waar bij. Sleep de zinnen naar de juiste afbeelding.
lagedrukgebied
hogedrukgebied
weinig neerslag
veel neerslag
stijgende lucht
dalende lucht
Maximum
minimum

Slide 20 - Sleepvraag

Lucht stroomt altijd van
A
noord naar zuid
B
zuid naar noord
C
hoge luchtdruk naar lage luchtdruk
D
lage lucht druk naar hoge luchtdruk

Slide 21 - Quizvraag

Welke van de onderstaande zinnen is geen wet van Buys Ballot?
A
Warme lucht stijgt op
B
Lucht stroomt van gebieden met een hoge druk naar gebieden met een lage druk
C
De wind krijgt op het NH een afwijking naar rechts
D
De wind krijgt op het ZH een afwijking naar links

Slide 22 - Quizvraag

Het corioliseffect is ......
A
ITCZ
B
de afwijking van de wind door de draaiing van de aarde
C
de thermohaliene circulatie
D
de atmosferische circulatie

Slide 23 - Quizvraag

Door het coriolis effect waait er ten noorden van de evenaar in Afrika een ..... passaat
A
zuid-west
B
zuid-oost
C
noord-west
D
noord-oost

Slide 24 - Quizvraag

1. Het verstoren van de diepwaterpomp door meer aanvoer van zoetwater in de Noordelijke Atlantische Oceaan is een voorbeeld van een positieve terugkoppeling
2. Verzuring van de oceaan is een voorbeeld van een negatieve terugkoppeling
A
Beide zijn juist
B
Beide zijn onjuist
C
1 is juist, 2 onjuist
D
1 is onjuist, 2 juist

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de relatie tussen Lage Luchtdruk en ITCZ?

Slide 26 - Open vraag

De moesson is een halfjaarlijkse wisselende wind.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Rechts = natte moesson op NH
B
Rechts = natte moesson op ZH
C
Rechts = natte passaat op NH
D
Rechts = droge passaat op NH

Slide 28 - Quizvraag

El nino
"normale" situatie
Bosbranden in Noord-Australië 
Koude zeestroom voor westkust Zuid-Amerika
Wateroverlast in Peru
Hogedrukgebied voor kust Indonesië
Droogte in westen Zuid-Amerika

Slide 29 - Sleepvraag

Op de afbeelding zie je de
situatie tijdens een ...
A
El Nino
B
La Nina

Slide 30 - Quizvraag

Maak met de volgende gebeurtenissen een
positieve terugkoppeling in onderstaande figuur.
Begin linksboven bij het vakje temperatuur stijgt.

meer verdamping
toeneming van het broeikaseffect
meer waterdamp in de atmosfeer

Slide 31 - Sleepvraag

Maak met de volgende gebeurtenissen een
negatieve terugkoppeling in onderstaande figuur.

Begin linksboven bij het vakje temperatuur stijgt.
toenemende verdamping uit de oceaan
daling temperatuur
meer bewolking
minder zonlicht op aarde
meer terugkaatsing zonlicht op wolken

Slide 32 - Sleepvraag

De baan van de aarde om de zon zorgt voor klimaatveranderingen. Dit is een ....
A
Positieve terugkoppeling
B
Negatieve terugkoppeling
C
Interne variabiliteit
D
Externe variabiliteit

Slide 33 - Quizvraag



In welk jaar was de zon het meest actief?

Slide 34 - Open vraag

Op de vorige slide zagen we het verschil in zonnevlekken, dit heeft invloed op de stralingsbalans. Dit zorgt voor klimaatverandering, zonnevlekken is een ....
A
Positieve terugkoppeling
B
Negatieve terugkoppeling
C
Interne variabiliteit
D
Externe variabiliteit

Slide 35 - Quizvraag

De samenstelling van de atmosfeer beïnvloedt de gemiddelde temperatuur op aarde



Zonder het broeikaseffect zou het op aarde veel warmer zijn



Grote temperatuurverschillen op aarde worden veroorzaakt door verschillen in breedteligging



Door het actualiteitsprincipe kunnen we bepaalde natuurlijke processen nu waarnemen.



De zon zendt kortgolvige straling uit, het aardoppervlak langgolvige
Juist
Onjuist
A
B
C
D
E

Slide 36 - Sleepvraag

In het algemeen worden de toppen van de Seven Summits beklommen in de zomer. Mount Everest vormt hierop een uitzondering.

- Leg met de luchtdrukverdeling uit dat Mount Everest in de zomer niet beklommen kan worden.
- Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 37 - Open vraag

Hoe goed heb je de oefentoets gemaakt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll

Einde  

Slide 39 - Tekstslide