2TH FA H.2 H

Bonjour 2TH !
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bonjour 2TH !

Slide 1 - Tekstslide

Planning du jour

Huiswerk check
Overhoring Le Corps
Uitleg Grammaire H

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerkoverzicht

Slide 3 - Tekstslide

Planning week 9





Wegens thuisonderwijs : 
opdrachten  via It's Learning inleveren !!!
Luistertoets H.1 en 2 : 17 mrt 2021

Slide 4 - Tekstslide

les yeux
la tête
le bras
le pied
la jambe
le dos
les fesses

Slide 5 - Sleepvraag

Wat weet je nog over de ontkenning in het Frans?

Slide 6 - Woordweb

La négation

Slide 7 - Tekstslide

stappenplan

1. Zoek de persoonsvorm

2. Zet ne of n' ervóór en 

het tweede deel van de ontkenning erachter.



Slide 8 - Tekstslide

La négation - de ontkenning 
Je parle français.

niet/geen = ne .... pas
persoonsvorm = parle

'ne' komt voor de persoonsvorm.
'pas' komt achter de persoonsvorm.

Je ne parle pas français.


  • Op de puntjes komt de persoonsvorm van de zin.
  • Begint het werkwoord met een klinker of h? Dan schrijf je n' in plaats van ne!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Maak de zin ontkennend:
Vous êtes en France.
A
Vous ne êtes pas en France.
B
Vous êtes en ne France pas.
C
Vous n'êtes pas en France.
D
Vous n'êtes en France pas.

Slide 12 - Quizvraag

Maak ontkennend:
Je regarde la télé.
A
Je regarde ne la télé pas.
B
Je ne regarde pas la télé.
C
Ne je pas regarde la télé.
D
Je ne regarde la télé pas.

Slide 13 - Quizvraag

La négation - de ontkenning 
De ontkenningen:
niet, geen       = ne ...... pas
niet meer       = ne ...... plus
nooit                = ne ...... jamais
niets                 = ne .... rien
nog niet          = ne ...... pas encore
    


  • Op de puntjes komt de persoonsvorm van de zin.
  • Begint het werkwoord met een klinker of h? Dan schrijf je n' in plaats van ne!

Slide 14 - Tekstslide

Nooit

Niets

Nog niet

Niet meer

Niet/geen
ne...pas
ne...jamais
ne....plus
ne...pas encore
ne....rien

Slide 15 - Sleepvraag

La négation - de ontkenning 
Je vais manger des frites ce soir.

niet/geen = ne .. pas
werkwoorden = vais manger
Het eerste werkwoord is de persoonsvorm!

Je ne vais pas manger de frites ce soir.


  • Als er twee werkwoorden in de zin staan, neem je het eerste werkwoord.
  • Na een ontkenning vervalt het lidwoord en vervang je deze door 'de'. 

Slide 16 - Tekstslide

Jullie zijn nooit ziek.
A
Vous ne êtes pas malades.
B
Vous ne êtes jamais malades.
C
Vous n'êtes rien malades.
D
Vous n'êtes jamais malades.

Slide 17 - Quizvraag

Wij zijn niet meer ziek.
A
Nous sommes plus malades.
B
Nous ne sommes plus malades.
C
Nous avons pas été malades.
D
Nous ne plus sommes malades.

Slide 18 - Quizvraag

Eet jij niets?
A
Tu n'manges rien ?
B
Tu n' as plus mangé ?
C
Tu ne manges pas ?
D
Tu ne manges rien ?

Slide 19 - Quizvraag

Ik eet nooit vlees.
A
Je ne mange plus de viande.
B
Je ne mange pas de viande.
C
Je ne mange jamais de viande.
D
Je ne mange rien de viande.

Slide 20 - Quizvraag

Zij is nog niet klaar.
A
Elle n'a pas encore fini.
B
Elle ne pas a encore fini.
C
Elle ne pas encore a fini.
D
Elle a n'encore pas fini.

Slide 21 - Quizvraag

Hoe zit het met:
il y a
 & 
c'est 

Slide 22 - Tekstslide

C'est in de ontkenning wordt:
A
c'est ne pas
B
c' n'est pas
C
ne c'est pas
D
ce n'est pas

Slide 23 - Quizvraag

Il y a in de ontkenning wordt:
A
n'il y a pas
B
il y n'a pas
C
il n'y a pas
D
il n'y pas a

Slide 24 - Quizvraag

Les devoirs
Maak Taak H

opdracht  29 en 30

Lever je werkboek
opdrachten in !!

Slide 25 - Tekstslide

DES QUESTIONS?

Slide 26 - Tekstslide

A vendredi!!

Slide 27 - Tekstslide