Engelse grammatica en getallen

Hoofdstuk 1 samenvatting
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 samenvatting

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je de persoonlijke voornaamwoorden en het werkwoord 'zijn' in het Engels gebruiken
  • Aan het einde van de les kun je de getallen van 0 tot 30 in het Engels opnoemen
  • Aan het einde van de les kun je het Engelse alfabet uitspreken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over persoonlijke voornaamwoorden, het werkwoord 'zijn', Engelse getallen en het Engelse alfabet?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke voornaamwoorden in het Engels
  • Woorden die gebruikt worden om een persoon of ding aan te duiden zonder de naam te hoeven noemen
  • I, you, he, she, it, we, they

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het werkwoord 'zijn' in het Engels
  • Een belangrijk werkwoord in het Engels dat gebruikt wordt om te beschrijven hoe iemand of iets is
  • Korte vormen van het werkwoord 'zijn'
  • Wanneer we 'he', 'she' en 'it' gebruiken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste vorm van het werkwoord 'to be' voor de zin: They ........ from France.
A
be
B
is
C
are
D
am

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de ontbrekende vorm van het werkwoord 'to be' in: We ........ happy.
A
am
B
are
C
be
D
is

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste vorm van het werkwoord 'to be' voor de zin: She ........ my best friend.
A
am
B
is
C
be
D
are

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van het werkwoord 'to be' in: I ........ a student.
A
is
B
am
C
be
D
are

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Engelse getallen van 0 tot 30
  • De manier waarop getallen worden geschreven in het Engels

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je 12?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je 12?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je 23?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je 29?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.