Evaluatievormen
1 / 24
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is evalueren?
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke evaluatie momenten ken jij binnen jouw BPV?
Verschillende
evaluatievormen
evaluatievormen
Slide 10 - Woordweb
- Productevaluatie
- Procesevaluatie
- Tussentijdse evaluatie
- Eindevaluatie
- MDO (ieder half jaar en bij opname)
- Flowboard (wekelijks)
- Tussentijds bij verandering van medische conditie, woonsituatie of andere tussentijdse gebeurtenissen
- Bij kwetsbare cliënten
- Clientenbespreking (thuiszorg)
- Familiegesprekken
- Een overdrachtsmoment
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Productevaluatie
Procesevaluatie
Tussentijdse evaluatie
Eindevaluatie
Bij deze evaluatie kijk je of de doelen bereikt zijn. Je verzamelt hierbij gegevens over de resultaten van de zorgvrager.
Bij deze evaluatie kijk je naar de manier waarop de verpleegkundige zorg is verricht: je evalueert het verpleegkundig handelen zelf.
Dit gebeurt als er veranderingen ontstaan in de zorgbehoeften van de zorgvrager, of als de geplande interventies aangeven dat een verpleegdoel bereikt zou moeten zijn.
Deze evaluatie heeft tot doel de totale zorgverlening van de zorgvrager te evalueren en af te ronden.
Slide 19 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Heeft de zorgvrager iedere dag een liter gedronken?
Waar hoort de bovenste vraag bij?
Waar hoort de bovenste vraag bij?
A
Productevaluatie
B
Procesevaluatie
C
Eindevaluatie
D
Tussenevaluatie
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe was de samenwerkingsrelatie tussen de zorgvrager en de maatschappelijk verzorgende?
Waar hoort de bovenste vraag bij?
Waar hoort de bovenste vraag bij?
A
Productevaluatie
B
Procesevaluatie
C
Eindevaluatie
D
Tussenevaluatie
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Evalueren
Acties en interventies
Plan maken en afstemmen
Analyseren (behoefte aan zorg vaststellen)
Observeren en signaleren
Slide 23 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Eindevaluatie noem 1 ding wat je hebt geleerd in deze les!
Slide 24 - Woordweb
Mogelijke redenen voor het beëindigen van de zorgverlening:
De indicatie voor de zorgverlening stopt (bijvoorbeeld in de thuiszorg, als de zorgvrager voldoende hersteld is).
De zorgvrager overlijdt.
De zorgvrager verhuist.
De zorgvrager wil geen hulp meer.
De zorgvrager heeft zelf een oplossing voor zijn zorgbehoefte gevonden.
De zorgvrager wordt naar een andere zorgsetting overgeplaatst, bijvoorbeeld van thuis naar het verpleeghuis.
