Voltooid deelwoord

Nederlands 7-12
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons weg
  2. Uitleg schrijfwijze voltooid deelwoord
  3. Zelfstandig werken (oefenen voor SO!)
  4. Opdrachten nakijken
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 7-12
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons weg
  2. Uitleg schrijfwijze voltooid deelwoord
  3. Zelfstandig werken (oefenen voor SO!)
  4. Opdrachten nakijken

Slide 1 - Tekstslide

DOEL

- je weet wat voltooide deelwoorden zijn
- je kunt voltooide deelwoorden goed spellen
- je kunt voltooide deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord goed spellen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

VOLTOOID DEELWOORD

In veel zinnen komt een voltooid deelwoord voor:


- Het vliegtuig is op Schiphol geland

- Robin heeft geen straf gekregen.

- Ik heb mijn kamer opgeruimd.

- Sonja heeft haar zonnebril gepoetst.

- Mijn ouders zijn gisteren vertrokken.


Slide 4 - Tekstslide

VOLTOOID DEELWOORD

Een voltooid deelwoord staat alleen in een zin met een persoonsvorm. 


Als er een voltooid deelwoord in de zin staat, is de persoonsvorm meestal een vorm van zijn, hebben of worden.

Slide 5 - Tekstslide

VOLTOOID DEELWOORD
Een voltooid deelwoord herken je aan:
- Begint met ge-, ver-, be-, -ont, -her
- Eindigt op -d, -t of -en
- In een zin met een vdw staat ook een pv. 

Ik heb (pv) een fijn weekend gehad.
Wij waren (pv) gisteren naar de bibliotheek geweest.

Slide 6 - Tekstslide

VOLTOOID DEELWOORD

- Het vliegtuig is (pv) op Schiphol geland

- Robin heeft (pv) geen straf gekregen.

- Ik heb (pv) mijn kamer opgeruimd.

- Sonja heeft (pv) haar zonnebril gepoetst.

- Mijn ouders zijn (pv) gisteren vertrokken.


Slide 7 - Tekstslide

HET VOLTOOID DEELWOORD  

laatste letter: -t of een -d


Gebruik de verlengproef om te horen of je

een -t of een -d aan het eind  moet schrijven.


Je maakt het voltooid deelwoord met een t-klank langer met -e.

Je hoort dan of je een -t of een -d moet schrijven.



Slide 8 - Tekstslide

VOORBEELD

Hij heeft zijn geld eerlijk ... (verdienen).

verdient of verdiend?


Langer maken met -e: verdiende


Je hoort een -d, dus je schrijft VERDIEND

Hij heeft zijn geld eerlijk verdiend.

Slide 9 - Tekstslide

VOORBEELD

Heeft Julia haar fiets al .... (maken)?

gemaakt of gemaakd?


Langer maken met -e: gemaakte


Je hoort een -t, dus je schrijft GEMAAKT

Heeft Julia haar fiets al gemaakt?

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak de volgende opdrachten:
basis: opdrachten 2 t/m 6 op blz. 113-115.
kader: opdrachten 2 t/m 6 op werkblad.

Tijd: 15 minuten
Daarna: Opdrachten gezamenlijk nakijken



Slide 11 - Tekstslide

VOLTOOID DEELWOORD
Een voltooid deelwoord herken je aan:
- Begint met ge-, ver-, be-, -ont, -her
- Eindigt op -d, -t of -en
- In een zin met een vdw staat ook een pv. 

Ik heb (pv) een fijn weekend gehad.
Wij waren (pv) gisteren naar de bibliotheek geweest.

Slide 12 - Tekstslide