H2 Ontwikkelen HWE

H2 Ontwikkelen
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Psychologie/sociologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2 Ontwikkelen

Slide 1 - Tekstslide

1. Ontwikkelingsfactoren p. 25
dddd
                  nature
              nurture
- rol van erfelijkheid
- wat je krijgt bij je geboorte, 'dat is het'
- pedagogisch negativisme
- rol van ervaring
- een mens is een blanco blad (Tabula Rasa)
- pedagogisch optimisme
Nog niet duidelijk? Kijk naar volgend fragment en probeer dan met je eigen woorden uit te leggen!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Nature/nurture: Bio-ecologisch model van Bronfenbrenner
Urie Bronfenbrenner(1917-2005) is
een Russisch-Amerikaans psycholoog
die bekend is van het bio-ecologisch model.
- Verhuisd van Rusland naar de VS toen hij 6 was.
- Heeft na zijn Ph.D gewerkt als militair psycholoog
tijdens de tweede wereldoorlog

Kijk naar het fragment. Let goed op. Daarna komen er een aantal vragen!

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

De kern van de ui is de bio van het individu.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Hoe verder van de kern, hoe meer invloed je hebt op de impact van het systeem
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Relaties in het microsysteem zijn eenzijdig.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Het mesosyteem = relaties tussen de elementen uit het microsysteem.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Het chronosysteem (niet in boek) staat voor de geschiedenis én de impact van een gebeurtenis.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Nature/nurture: stellingenspel
- Iemand leest een stelling luidop.
- Hij/zij neemt plaats bij 'akkoord', 'niet akkoord' of 'twijfelaar'.
- Daarna gaan ook de anderen op de voor hen juiste plaats staan.  vraag je hem of haar ook meteen om zijn of haar mening.
- Zorg dat je je mening kan beargumenteren.
Als je wil, mag je na de discussie nog wel van
kamp wisselen. 

Slide 11 - Tekstslide

De relatie tussen je ouders en je vrienden hoort in het macrosysteem.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Het macrosysteem zijn de maatschappelijke en culturele aspecten die een impact hebben (politiek, economie, waarden...)
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

1.2.1 Bio-ecologische model p.26
Nature - 'bio' - individu
Nurture - 'omgeving' - alle kringen rondom het individu
--> Deze omgevingsinvloeden bepalen mee in hoeverre de aangeboren kenmerken van het kind tot uiting komen.

vb. zangtalent
vb. hoog IQ meisje in Afghanistan

Slide 14 - Tekstslide

1.2.1 Bio-ecologische model p.27
Microsysteem - onmiddellijke omgeving (school, gezin, werkplek, vrienden...); wederzijdse beïnvloeding
Mesosysteem - manier waarop microsysteem met elkaar omgaan
Exosysteem - ruimere omgeving (bredere familie, kennissen, woonomgeving, buurtvoorzieningen, (sociale) media)
Macrosysteem - cultuur (gewoontes, wetten, tradities...)

Slide 15 - Tekstslide

1.2.1 Bio-ecologische model p.27
Oef.2 p.27
Oef.3 p.28

Slide 16 - Tekstslide

1.2.2 Opvoedingsstijlen
Oef.4 p.28 
Opdracht voor thuis!
Deadline: vrijdag 11-10-2024

Vervolg les... 
Cursussen mogen toe.

Slide 17 - Tekstslide

1.2.2 Opvoedingsstijlen
Je krijgt een extra bundel van je leerkracht. Volg telkens goed de instructies!

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

1.2.2 Opvoedingsstijlen
Groepswerk:
  • Elke leerling leest de tekst van één opvoedingsstijl. 
  • Jij geeft deze kennis door aan jouw groepsleden (visuele presentatie). 20min
  • Aan het einde kent iedere leerling de voor- en nadelen van de verschillende opvoedingsstijlen. 15min
Individueel: oef. 6-7-8 p.29-30 15min (niet klaar -> thuis afwerken tegen donderdag)

Slide 20 - Tekstslide

Welke levensfasen kennen jullie?

Slide 21 - Woordweb

Geef voorbeelden van menselijke ontwikkeling...

Slide 22 - Woordweb

2. Ontwikkelingsfasen
Opdracht:
- neem een blad en werk per 2 (of 3)
- deel een mensenleven in met:
  • de verschillende levensfasen
  • de leeftijden (ongeveer) die daarbij horen
  • enkele voorbeelden die zich ontwikkelen in die fase 
In een fase kan je een gevoelige periode doorlopen.
Wat zou een gevoelige periode kunnen betekenen?

Slide 23 - Tekstslide

2. Ontwikkelingsfases p.30
= fasen die de mens doorloopt van de geboorte tot aan zijn dood

= beschrijft wat er van baby tot oudere ontwikkeld wordt en hoe dit gebeurt

Er zijn verschillende ontwikkelings(deel)gebieden, waaronder:
lichamelijk/motorisch, cognitief, emotioneel, sociaal, seksueel, spel, moreel, taal...
Gevoelige periodes?


Slide 24 - Tekstslide

2. Ontwikkelingsfases p.31
Havighurst 
  • Per levensfase specifieke ontwikkelingstaken - meer kans gelukkig zijn en aanvaard worden
  • 3 soorten veranderingen: lichamelijke rijping, persoonlijke ontwikkeling en groeiende verwachtingen van de maatschappij
  • Welke fases hebben jullie gisteren omschreven?

Slide 25 - Tekstslide

2. Ontwikkelingsfases p.30
Gevoelige periode - periode dat iemand beter in staat is om iets nieuws te leren

Vb'en?

Slide 26 - Tekstslide

2. Ontwikkelingsfases p.31
tabel

Slide 27 - Tekstslide

2. Ontwikkelingsfases p.31
Opgelet!!
De fases en ontwikkeling lopen voor de meeste mensen ongeveer gelijk, MAAR niet iedereen doet alles even snel.

Ieder eigen tempo (geen wedstrijd)! 
NIET: 'harde' grenzen tussen ontwikkelingsfases
WEL: gemiddelde leeftijden

Vb'en?

Slide 28 - Tekstslide

2. Ontwikkelingsgebieden p.32
Welke voorbeelden van ontwikkeling hebben jullie gisteren per levensfase opgeschreven? 

Slide 29 - Tekstslide

2. Ontwikkelingsgebieden
  1. fysieke ontwikkeling
    1.1 ontwikkeling van de lichaamsbouw
    1.2 sensomotorische ontwikkeling
  2. cognitieve ontwikkeling
    2.1 geheugen
    2.2 taal
    2.3 waarneming
    2.4 denken
  3. socio-emotionele ontwikkeling
    3.1 sociale ontwikkeling
    3.2 affectieve (emotionele) ontwikkeling
    3.3 morele ontwikkeling



Slide 30 - Tekstslide

De fysieke en motorische ontwikkeling
  • Lichamelijke groei en ontwikkeling -> gevolgen voor ons gedrag (vb'en Oef.11 p.32)
  • Ontwikkeling van de motoriek i.c.m. onze zintuigen (sensomotorische ontwikkeling)

Slide 31 - Tekstslide

De cognitieve ontwikkeling
= ontwikkeling van ons brein en de informatie verwerkende functie hiervan

Dit is de ontwikkeling van het geheugen, taal, waarneming en denken.

Slide 32 - Tekstslide

Socio-emotionele ontwikkeling
= alles wat we als mens leren om onze gevoelens te herkennen, benoemen... en om om te kunnen gaan met anderen en in de maatschappij

Hieronder valt:
  • Sociale ontwikkeling
  • Affectieve of emotionele ontwikkeling (Oef.12 p.34)
  • Morele ontwikkeling

Slide 33 - Tekstslide

H2: ontwikkelingsgebieden
Schematiseer voorgaande stuk rond de ontwikkelingsgebieden (mindmap, samenvatting...)

Deze komen dit jaar nog zeer veel terug!!!

Slide 34 - Tekstslide