In een tekst staat de informatie in een logische volgorde: de tekstopbouw.
Twee manieren om een tekst op te bouwen komen vaak voor:
een driedeling: inleiding – kern – slot;
een tweedeling: inleiding – kern.
Als de laatste alinea van een tekst nog nieuwe informatie toevoegt aan het onderwerp, hoort die bij de kern.
Als de laatste alinea de tekst afrondt, bijvoorbeeld in de vorm van een samenvatting of conclusie, dan is er sprake van een slot.
Slide 4 - Tekstslide
1.3 Lezen - Opbouw alinea en Kernzin blz. 29
Elke wat langere tekst is opgebouwd uit alinea’s. In een goed opgebouwde alinea staat bijna altijd een kernzin. Die geeft aan waar de alinea over gaat of noemt de belangrijkste informatie. De rest van de alinea is een uitleg of een uitwerking van de kernzin.
Soms is de kernzin als vraag geformuleerd.
In veel alinea’s is de kernzin de eerste zin, daarna volgt de toelichting. Maar de kernzin kan ook op een andere plaats staan, bijvoorbeeld als de alinea begint met een inleidende zin.
Bijvoorbeeld: Er zijn ook nog andere oplossingen. De beste oplossing is dat de twee partijen een bemiddelaar aanwijzen.
Twijfel je wat de kernzin is, ga dan na welke zin in de alinea wordt toegelicht.
Slide 5 - Tekstslide
1.3 Lezen - Kijk eens naar deze voorbeeld alinea
Er zijn ook nog andere oplossingen. De beste oplossing is dat de twee partijen een bemiddelaar aanwijzen. Hiervoor zijn de twee leiders van de partijen in gesprek. Dit zal niet eenvoudig zijn, aangezien de partijen lijnrecht tegenover elkaar staan. Zo is men het oneens over de inhoud van de onderwerpen, wie daar verantwoordelijk voor is en hoeveel geld men wil uitgeven.
bijvoorbeeld, een voorbeeld hiervan, zo, zoals, ter illustratie
reden
want, omdat, daarom, vanwege, immers, natuurlijk
conclusie
kortom, dus, dan ook
Slide 8 - Tekstslide
1.3 Lezen - manieren van lezen blz. 26
Je hebt deze manieren van lezen geleerd:
- Verkennend lezen: een tekst bekijken om een eerste indruk te krijgen. Lees behalve titel en deeltitels, eerste en laatste alinea, ook de eerste zin van alle alinea’s tussen inleiding en slot.
- Nauwkeurig lezen: een tekst helemaal lezen om hem te begrijpen.
- Zoekend lezen: in een tekst zoeken naar het antwoord op een vraag.
- Studerend lezen: een tekst lezen om de informatie te onthouden.