2HV Recap Unit 5 grammar

Recap unit 5
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Recap unit 5

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een zin in de Present Simple?
A
I was walking in the park.
B
I walked in the park yesterday.
C
I walk in the park every day.
D
I am walking in the park right now.

Slide 3 - Quizvraag

Welke zin is in de Present Simple?
A
He likes chocolate
B
He's walking to school right now
C
I liked chocolate
D
He used to like chocolate

Slide 4 - Quizvraag

je maakt een Present Simple door...
A
am/is/are+ww+ing
B
do/does+ww
C
stam ww
D
stam ww (evt +s)

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer gebruik je de Present Simple?
A
als iets in het verleden is gebeurd
B
als iets NU bezig is
C
als iets volgens een schema gaat
D
als iets altijd, vaak of nooit gebeurt

Slide 6 - Quizvraag

I understand the present simple
A
Yes
B
No
C
In theory yes, I just need some more practice

Slide 7 - Quizvraag


Present Continuous
A
gepland; voorbereid
B
belofte, voorspelling zonder bewijs, spontaan besluit
C
vaststaand plan, voorspelling met bewijs
D
volgens schema of vaste afspraak

Slide 8 - Quizvraag

Which sentence is a Present Continuous?
A
I study every afternoon
B
I am going to be studying very soon!
C
I am studying this afternoon!
D
I will be studying later on.

Slide 9 - Quizvraag

Present Continuous:

Wat is de regel van de present continuous?
A
ww+ - ed
B
shit = ww+-s
C
vorm van to be + ww+-ing

Slide 10 - Quizvraag

Do you understand the present continuous?
A
yes
B
no
C
in theory yes, I just need more practice.

Slide 11 - Quizvraag

Which grammar item is used:
Jack is going to sing in the shower
A
present simple
B
present continuous
C
past simple
D
to be going to +hele ww

Slide 12 - Quizvraag

Als je een voorspelling doet en je hebt daarvoor bewijs gebruik je:

A
To be + going to + hele ww
B
to be + going to+ hele ww of will + hele ww
C
will + hele ww

Slide 13 - Quizvraag

Je gebruikt 'to be + going to + hele ww' om te vertellen dat iets in de toekomst gaat gebeuren als...
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Je van tevoren iets gepland hebt om te gaan doen.
B
Je een voorspelling doet waarvoor je geen bewijs hebt.
C
Een voorspelling doet waarvoor je wél bewijs hebt.

Slide 14 - Quizvraag

Do you understand 'to be going to + hele ww'?
A
yes
B
no
C
in theory yes, I just need some more practice

Slide 15 - Quizvraag

I think I ... a new mobile phone, Janet.
+: will + hele ww
-: won't + hele ww
?: will + hele ww
? met I/we: shall + hele ww
A
will buy
B
shall buy
C
won't buy

Slide 16 - Quizvraag

Then I hope it ... this afternoon.
+: will + hele ww
-: won't + hele ww
?: will + hele ww
? met I/we: shall + hele ww
A
will rain
B
won't rain
C
shall rain

Slide 17 - Quizvraag

... I ... Roy to meet us there?
+: will + hele ww
-: won't + hele ww
?: will + hele ww
? met I/we: shall + hele ww
A
Will I text
B
Shall I text
C
Won't I text

Slide 18 - Quizvraag

Do you understand 'will/shall + hele ww'?
A
yes
B
no
C
in theory yes, I just need some more practice

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Which one is first conditional?
A
Even if I brush my teeth, I get cavities
B
Even if I brush my teeth, I will get cavities

Slide 21 - Quizvraag


Je maakt de first conditional met:
A
'if' + present simple + will/won't + hele werkwoord
B
'if' + past simple + would/wouldn't + hele werkwoord
C
'if' + present simple + past simple
D
'if' + past simple + present simple

Slide 22 - Quizvraag

A correct example of the first conditional is..
A
If I started eating healthy, I would lose weight.
B
If he doesn't go to bed early, he won't be well rested tomorrow.
C
I could start playing the guitar if I had a guitar.
D
If it rains, he goes to work by car.

Slide 23 - Quizvraag

Pick the First Conditional sentence.
A
If Julie doesn't wear a hat, she gets sunstroke.
B
If Julie wears a hat, she will be protected from the sun.
C
If Julie wore a hat, she wouldn't get sunstroke.
D
If Julie had worn a hat, she wouldn't have gotten sunstroke.

Slide 24 - Quizvraag

I understand the First Conditional...
A
yes
B
no
C
in theory yes, but I need more practice
D

Slide 25 - Quizvraag

Adjectives and Adverbs
Adverbs zijn:
A
zelfstandige naamwoorden
B
bijvoeglijke naamwoorden
C
bijwoorden
D
werkwoorden

Slide 26 - Quizvraag

Adjectives and adverbs
She dances ......
A
wonderful
B
wonderfully

Slide 27 - Quizvraag

Adjectives and adverbs
She skates ....
A
fastly
B
fast

Slide 28 - Quizvraag

Adjectives and adverbs
The garden is .....
A
beautifully
B
beautiful

Slide 29 - Quizvraag

I know what adjectives and adverbs are
A
Yes
B
No
C
in theory yes, but I need more practice

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide