2.2 Koershoek

Welkom
Paragraaf 2.2 Koershoek
Leg bladzijde 61 voor je open!
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Paragraaf 2.2 Koershoek
Leg bladzijde 61 voor je open!

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
Wat weet je al?

Slide 2 - Tekstslide

Wat bedoelen we met hemelsbreed?
A
We gaan met het vliegtuig van punt A naar B
B
We nemen de kortste weg via de autosnelweg van A naar B
C
We gaan in een rechte lijn van A naar B
D
Geen van de gegeven antwoorden is juist

Slide 3 - Quizvraag

Een kaart is op een schaal van
1 : 15.000 getekend.
Dit betekent ..................
A
1 cm op de kaart is 15 km in werkelijkheid
B
1 cm op de kaart is in werkelijkheid 15.000 keer zo groot.
C
2 = 30.000
D
1 cm op de kaart is 150 meter in het echt

Slide 4 - Quizvraag

Het wordt 5 keer groter in werkelijkheid. Wat is de schaal?
A
1:5
B
5:1
C
x5
D
5x100

Slide 5 - Quizvraag

De schaal is 1:500.
Wat is de vergrotingsfactor?
A
500
B
0,05
C
250
D
50

Slide 6 - Quizvraag

De modelauto heeft een schaal van 1 : 25.
Het model is 15 cm lang.

Hoe groot is de auto in het echt?
A
2,75 m
B
375 m
C
2,75 cm
D
3,75 m

Slide 7 - Quizvraag

Lesdoelen
  • Je leert wat windrichting zijn. 
  • Je leert om te gaan met koersen. 
  • Je leert wat schaal betekend. 
  • Je leert wat vogelvlucht betekend. 
  • Je leert hoe je een lengte van een weg in te schatten. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

2.1: Koers en kaart
  • Welke windrichtingen kennen we?
  • Deze zie je ook op de koershoekmeter.
  • Hoeveel graden is N(oord)?
  • En Z(uid)?
  • En O(ost)?
  • En W(est)?
  • En NO? Ik wil graag het exacte antwoord.
  • Als we een koers varen van 225 graden, welke richting is dit dan?
  • Met de koershoekmeter kun je ook koersen uitzetten. Zie blz. 69.

Slide 10 - Tekstslide

Je kan het!
Enkele oefeningen...

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat is geen koershoek?
A
west
B
18 graden
C
360 gradeb
D
90 graden

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de koers van het strand naar de snackbar?
A
Noord Oost
B
45 graden
C
Zuid West
D
225 graden

Slide 14 - Quizvraag


Wat is niet waar?

A
Een koershoek meet je vanuit het Zuiden.
B
Een koershoek is in graden.
C
Bij het vertrekpunt teken je de Noordpijl.
D
Koers is bijvoorbeeld Zuiden.

Slide 15 - Quizvraag

Een schip vaart een koers van 90 graden. In welke richting vaart dit schip?
A
westen
B
zuiden
C
oosten
D
noorden

Slide 16 - Quizvraag

Welke windrichting hoort er bij een koers van 270 graden?
A
Noord
B
Oost
C
Zuid
D
West

Slide 17 - Quizvraag

Koershoek: de hoek die je maakt ten opzichte van het .........
A
Zuiden
B
Noorden
C
Oosten
D
Westen

Slide 18 - Quizvraag

Welke koers hoort er bij een westenwind?
A
90°
B
270°

Slide 19 - Quizvraag

Vraag 4:

De vrouw van Pieter wil graag vanuit Tanger onder een koershoek van 60 graden wegvaren. Bij welke plek zullen ze uiteindelijk uitkomen?
A
Tarifa
B
Algeciras
C
Barbate
D
Gibraltar

Slide 20 - Quizvraag

Welke windrichting hoort bij een koers van 225 graden?
A
NoordWest
B
ZuidWest
C
ZuidZuidOost
D
NoordNoordWest

Slide 21 - Quizvraag

Vraag 5:

Hoe groot is de koershoek als Pieter van Bolonia naar Tarifa wil varen met zijn boot?
A
120 graden
B
135 graden
C
150 graden
D
225 graden

Slide 22 - Quizvraag

Welke koers hoort bij oostelijke richting?
A
0
B
45
C
180
D
90

Slide 23 - Quizvraag

Een vliegtuig neemt een koers van 135 graden. In welke windrichting vliegt dit vliegtuig?
A
noordoost
B
zuidwest
C
noordwest
D
zuidoost

Slide 24 - Quizvraag

Welke koers hoort er bij de windrichting zuidwest?
A
180°
B
225°
C
230°
D
270°

Slide 25 - Quizvraag

Welke koers hoort bij een koershoek van 225 graden?
A
NoordWest
B
ZuidWest
C
ZuidZuidOost
D
NoordNoordWest

Slide 26 - Quizvraag

Een koershoek wordt...........
A
aangegeven met aantal graden
B
aangegeven met aantal centimeter
C
wordt aagegeven met een windrichting
D
gebruikt bij de stelling van pythagoras

Slide 27 - Quizvraag

Tygo staat in het centrum van Birmingham. Onder welke koers ziet hij Sheffield?
A
Zuidwest
B
Noordoost
C
Noordwest
D
Zuidoost

Slide 28 - Quizvraag

Wat bedoelen we met hemelsbreed?
A
We gaan met het vliegtuig van punt A naar B
B
We nemen de kortste weg via de autosnelweg van A naar B
C
We gaan in een rechte lijn van A naar B
D
Geen van de gegeven antwoorden is juist

Slide 29 - Quizvraag

De afstand tussen Landgraaf en Amsterdam is
220 km. Op de kaart heb je een afstand van 11 cm gemeten.
De schaal van de keert is dan?
A
1 : 200.000
B
1 : 20.000
C
1 : 2.000.000
D
1 : 2000

Slide 30 - Quizvraag

Nakijken
Je gaat eerst het huiswerk van de deze (of vorige) les nakijken. 
1. Gebruik hiervoor een andere kleur pen. 
2. Zet een krulletje of vinkje bij de opgave die goed zijn. 
3. Verbeter je antwoorden.

Slide 31 - Tekstslide

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 32 - Open vraag

Wat vind je nog moeilijk aan deze les?

Slide 33 - Open vraag

Er staat een zuidenwind.
In welke richting blaast deze wind?
A
zuiden
B
oosten
C
westen
D
noorden

Slide 34 - Quizvraag

Lesafsluiting
  • Met de volgende opgave kun je laten zien dat wat je geleerd hebt vandaag ook kunt!

  • Klaar voor de quiz? 

Slide 35 - Tekstslide

Een schip vaart een koers van 90 graden. In welke richting vaart dit schip?
A
westen
B
zuiden
C
oosten
D
noorden

Slide 36 - Quizvraag

Een vliegtuig neemt een koers van 135 graden. In welke windrichting vliegt dit vliegtuig?
A
noordoost
B
zuidwest
C
oostwest
D
zuidoost

Slide 37 - Quizvraag

Tot ziens iedereen

Slide 38 - Tekstslide

Huiswerk


Maak in deze en volgende lesuur:

2.2: Opgave 17 t/m 25

Bladzijde 61.


Ben je klaar? Kijk je werk na +

Werk alvast vooruit aan 2.3


Succes!


Slide 39 - Tekstslide