Griekse filosofie 1HV

• Filosofie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Lesdoelen

Je kan uitleggen:

• Wat de Griekse denkwijze was
• Wat de Grieken onderzochten
• Hoe Grieken dachten over onderwijs

Oorsprong van de Griekse filosofie

Oorsprong van de Griekse filosofie

Niet alleen maar Grieks

• Veel invloeden van andere volken: Egyptenaren, Babyloniërs
  
• Handeldrijvend en zeevarend volk (of ‘zeerovend en oorlogvoerend’)
  
• Waar handel wordt gedreven, wordt ook cultuur uitgewisseld
  

Een nieuwe denkwijze

Eerst geloofden de Grieken dat veel door de goden kwam

Later gingen ze verklaringen zoeken in de natuur

Door onderzoek zouden mensen de natuurwetten ontdekken

De Griekse denkwijze

De Griekse manier van denken houdt in: 

Zelf onderzoeken/nadenken om zo de regels van de natuur te leren kennen

Oorsprong van de Griekse filosofie

Waarom wel Grieks

• Griekse staten die elkaar steunden (of niet)
• Geen absolute heerser, waarheid geen zaak van koning of priester
• Rijkdom en handel gaven ruimte voor andere dingen
• Polis en agora (stad en markt): uitwisseling van ideeën -> argumenten!
• Relatieve vrijheid en ruimte voor meningsverschillen

Grieks onderwijs

Jongens moesten nuttig onderwijs krijgen

Ook moest iederen de mythen kennen

Verder ging iedere Grieks wel eens naar een toneelvoorstelling

Hier werden verhalen gedeeld en politiek besproken

Een Grieks vakkenpakket

• Rekenen
• Lezen & schrijven
• Spreken
• Gym
• Muziek

Van mythen, naar mythologie, naar logos

Griekse filosofie

Filosofie: denken over grote levensvragen

Socrates
Plato

Aristoteles

 

De grote vragen

-Hoe weet je zeker dat je niet je leven droomt?

-Is er leven na de dood?

-Mag je wraak nemen?

-Mag iemand zelf kiezen wanneer hij en hoe hij wil sterven?

-Zijn meer keuzes altijd beter?

-Hoe bepaal je het verschil tussen goed en fout?

Filosoferen!

Samen kies je één van de onderstaande vragen. Schrijf jouw mening op! Daarna  

•Hoe weet je zeker dat je niet je leven droomt?

 •Is er leven na de dood? 

•Mag je wraak nemen? 

•Mag iemand zelf kiezen wanneer hij en hoe hij wil sterven? 

•Zijn meer keuzes altijd beter? 

•Hoe bepaal je het verschil tussen goed en fout?

Aan de slag

Maak paragraaf 2.3

Klaar? Verder met 2.4