rekenen met de 5staps-methode

Rekenen met formules.

Het gebruik van de 5-stapsmethode
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Rekenen met formules.

Het gebruik van de 5-stapsmethode

Slide 1 - Tekstslide

=
dichtheid
De formule van dichtheid
timer
0:45
volume
massa
/
*

Slide 2 - Sleepvraag

Wat is een grootheid en wat is een eenheid?
timer
1:00
Grootheid
Eenheid
m
rho
cm³
g
V
g/cm³

Slide 3 - Sleepvraag

  1. Noteer de  gegevens.
  2. Controleer de eenheden.
  3. Noteer de formule.
  4. Vul de formule in.
  5. Bereken en noteer de uitkomst.  
De 5staps-methode

Slide 4 - Tekstslide

Stap 1. Noteer de gegevens.
Begin met te noteren wat er gevraagd wordt.
Ga daarna op zoek naar de rest van de gegevens die in de opgave te vinden zijn.
Noteer de gegevens met grootheid en eenheid.


Voorbeeld:
   = ? g/cm³
m = 0,1 kg
V = 5 cm³
ρ

Slide 5 - Tekstslide

Stap 2. Controleer de eenheden
Controleer of er eenheden van gegevens moeten worden omgerekend voor je ze in de formule mag invullen.
Voorbeeld:
   = ? g/cm³
m = 0,1 kg
V = 5 cm³
ρ
Voorbeeld:
   = ? g/cm³
m = 0,1 kg = 100 g
V = 5 cm³
ρ

Slide 6 - Tekstslide

Stap 3. Noteer de formule
Schrijf hier de formule die je gaat gebruiken op.
Gebruik hiervoor de symbolen van de grootheden.
ρ=Vm

Slide 7 - Tekstslide

Stap 4. Vul de formule in.
Vul de gegevens in op de juiste plaats in de formule.


ρ=5100

Slide 8 - Tekstslide

Stap 5. Bereken de uitkomst
reken de som uit met je rekenmachine en noteer het antwoord.
Gebruik in je antwoord altijd de grootheid en de eenheid
ρ=20cm3g

Slide 9 - Tekstslide

Hoe ziet de berekening er dan uit in je schrift?:

   = ? g/cm³
m = 0,1 kg = 100 g
V = 5 cm³


ρ
ρ=Vm
ρ=5100
ρ=20cm3g

Slide 10 - Tekstslide

We gaan dit oefenen.
In de volgende dia krijgen jullie een opgave te zien.
Bereken de uitkomst en gebruik hierbij de 5 staps-methode! 

Slide 11 - Tekstslide

Een vork weegt 600 g en heeft een volume van 3 cm³.
Wat is de dichtheid van deze vork?

Slide 12 - Open vraag