H1 par. 1.2 Onvrede in de Nederlanden

H1. De tijd van ontdekkers en hervormers

par. 1.2 Onvrede in de Nederlanden

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H1. De tijd van ontdekkers en hervormers

par. 1.2 Onvrede in de Nederlanden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat rond 1520 de bestuurlijke situatie in de Nederlanden was en wat Karel V daaraan wilde veranderen.
  • Je kunt drie redenen noemen waarom bewoners van de Nederlanden zich tegen de Spaanse koning begonnen te verzetten.
  • Je kunt uitleggen waarom de Beeldenstorm uitbrak en wat daarvan het gevolg was. 

Slide 2 - Tekstslide

Nederlandse Opstand

Slide 3 - Woordweb

  • Keizer Karel V regeerde ook over het Habsburgse Rijk.
  • Bestond in 1550 uit Spanje, Spaanse kolonies, een aantal Italiaanse gebieden en de Nederlanden.

Slide 4 - Tekstslide

Over welk rijk was keizer Karel V nog meer de baas?
timer
0:20
A
Rusland
B
Duitsland
C
China
D
Turkije

Slide 5 - Quizvraag

De Nederlanden
  • Huidige Nederland, Belgie en Luxemburg.
  • Verdeeld in 17 gewesten.
  • Ieder gewest had zijn eigen wetten, munten, bestuurders.

Slide 6 - Tekstslide

De Nederlanden
  • Hierdoor lastig te besturen voor Karel V.
  • Karel V had ook veel geld nodig voor al zijn oorlogen.
  • Daarom probeerde hij in de Nederlanden een centraal bestuur in te voeren.
  • Met dezelfde regels en vaste belastingen (scheelde weer onderhandelingen met de gewesten).

Slide 7 - Tekstslide

De Nederlanden
  • Ook stelde Karel V ambtenaren aan, waar de edelen niet blij mee waren. Zij verloren hierdoor macht.
  • Veel mensen waren niet blij met deze veranderingen.

Slide 8 - Tekstslide

Filips II
  • Volgde in 1555 zijn vader op.
  • Hij ging door met het versterken van een centraal bestuur.
  • Hij bestuurde zijn rijk vanuit Spanje.

Slide 9 - Tekstslide

De Nederlanden
  • In de Nederlanden stelde Filips II een plaatsvervanger aan:
  • de landvoogd.
  • De landvoogd bestuurde Nederland voor hem.
  • In elk gewest was er ook nog een stadhouder.
  • De stadhouder hielp Filips II met het bestuur en moest zorgen voor orde en rust.

Slide 10 - Tekstslide

Willem van Oranje
  • Edelman
  • Stadhouder van Holland, Utrecht en Zeeland.

Slide 11 - Tekstslide

De Nederlanden
  • Veel mensen waren ontevreden over de Spaanse koning.
  • Waarom?
  • 1. Tegen een centraal bestuur (edelen verloren veel macht)
  • 2. Vaste belastingen zouden de bevolking veel geld kosten.
  • 3. De Spaanse koning was streng katholiek, terwijl in de Nederlanden veel calvinisten woonden.

Slide 12 - Tekstslide

Vervolgingen
  • Protestanten werden zwaar vervolgd.
  • Filips II zag het als zijn plicht om de kerk te beschermen.
  • Als je je niet wilde bekeren, werd je gedood.
  • Zelfs katholieken vonden de straffen te zwaar.
  • Willem van Oranje vroeg Filips II de protestanten minder streng te vervolgen, maar dit hielp niet.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Hagepreken
  • Omdat protestanten geen kerken hadden, kwamen zij in de openlucht bij elkaar.
  • Hagepreken.
  • Er werd voorgelezen uit de bijbel en verteld over het geloof.

Slide 15 - Tekstslide

De Beeldenstorm
  • In 1566 werd er in Vlaanderen tijdens een hagepreek over de schandalige heiligenbeelden in de kerk.
  • Na afloop vertrokken gelovigen en plunderaars naar een klooster.
  • Ze vernielden alle beelden en namen kostbaarheden mee.
  • Begin van de Beeldenstorm.
  • Overal werden beelden in kerken en kloosters vernield.

Slide 16 - Tekstslide

De Beeldenstorm
  • Filips II was woedend!
  • Hij stuurde de Spaanse hertog Alva naar de Nederlanden om de orde te herstellen.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Stellingen
Luister naar de stelling en ga staan als je denkt dat deze stelling bij Filips II hoort en blijf zitten als je denkt dat dit bij de protestanten hoort.

Slide 20 - Tekstslide

En nu...
Aan het werk met de opdrachten uit de studiewijzer:
• Vraag 3, 4, 6 t/m 11, 13
• Samenvatting blz. 26 t/m 28

Slide 21 - Tekstslide