1.4 - Een stof aantonen

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

1.4 - Een stof aantonen

Benodigheden

- Werkboek A

- Pen, potlood

- Laptop

LessonUp: 

JA!

Telefoons in de telefoontas!

Troebel

Helder

Suspensie

Emulsie

Oplossing

ROOK

NEVEL

SCHUIM

VASTE STOF

GAS

GAS

GAS

VLOEISTOF

VLOEISTOF

Zand met water is een voorbeeld van...

1. Een mengsel
2. Een suspensie
3. Een emulsie
4. Modder

Wat is waar met betrekking tot een emulsie

1. Bestaat uit 2 of meer stoffen.
2. Is een mengsel van een vloeistof en een vaste stof.
3. Bestaat uit 3 of meer stoffen.
4. Is een mengsel van een vloeistof en een gas.

Kies het beste antwoord.
Een homogeen mengsel is...

1. Een oplossing
2. Een suspensie
3. Een emulsie
4. Een nevel

Een legering is een ............mengsel

1. homogeen
2. heterogeen
3. geen
4. vloeibaar

Op een etiket van een chipszak staat dat er in een zak van 250 g, 1 g zout zit. Bereken het massa% zout!

In een mengsel is het massa% zout 60%. Hoeveel zout zit er in een mengsel van 680 g?

Jam bestaat uit 35% suiker. Hoeveel suiker zit er in 250 g jam?

1. 875 g
2. 87,5
3. 0,875
4. 87,5g

In een biertje zit 5% alcohol. Bereken hoeveel alcohol er zit er in een glas van 33 cl?

In een oplossing van water en ranja is 7 % ranja. Hoeveel ranja zit er in een glas van 350 ml?

1. 24,5
2. 2,45 ml
3. 24,5 ml
4. 245 cl

Reken met eenheden:

Rekenen met eenheden!

Hoeveel kg is 25 g?

1. 0,025 kg
2. 0,250 kg
3. 0,0025 kg
4. 2,5 kg

Hoeveel ml is 25 Liter?

1. 0,0025 ml
2. 25000 ml
3. 2500 ml
4. 0,025 ml

Leerdoelen deze les:

L1-12 Je kunt uitleggen wat een smeltpunt en smelttraject zijn.

L1-13 Je kunt uitleggen wat een kookpunt en kooktraject zijn.

L1-14 Ik kan benoemen in welke drie fasen een stof kan voorkomen.

L1-15 Ik kan uitleggen wat er gebeurt met de moleculen tijdens de faseovergangen en kan de overgangen allemaal benoemen.

Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.

Smelten

Stollen

Condenseren

Vervluchtigen

Rijpen

Verdampen

gas

vloeistof

vaste stof

Hoe noem je dit diagram?

1. tijd
2. temperatuur
3. temperatuur-tijd
4. tijd-temperatuur

Oefenen

Maken en nakijken §1.4 

opdracht 1 t/m 7

1.4 - Een stof aantonen

Benodigheden

- Werkboek A

- Pen, potlood

- Laptop

LessonUp: 

JA!

Telefoons in de telefoontas!

Jam bestaat uit 35% suiker. Hoeveel suiker zit er in 250 g jam?

1. 875 g
2. 87,5
3. 0,875
4. 87,5g

In een flesje bier van 30 cL zit 5% alcohol. Hoeveel mL alcohol heb je gedronken na 3 biertjes?

Sleep de fase en faseovergang naar de juiste plek.

Smelten

Stollen

Condenseren

Vervluchtigen

Rijpen

Verdampen

gas

vloeistof

vaste stof

Elke stof heeft een aantal stofeigenschappen die voor die stof uniek zijn.

1. juist
2. onjuist

Stoffen kunnen niet dezelfde stofeigenschappen hebben.

1. juist
2. onjuist

Is dit een mengsel of
zuivere stof?

1. mengsel
2. zuivere stof
3. niet te zeggen

mengsel of
zuiver stof?

1. mengsel
2. zuiver stof
3. niet te zeggen

Welke diagram laat een kooktraject zien?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Reagens

Een reagens is een stof die een ander stof aantoont.

Met wit kopersulfaat toon je water aan. 

Reagens

Een reagens is een stof die een ander stof aantoont.

Met kalkwater toon je koolstofdioxide aan.

Welke verandering zag je bij het witte kopersulfaat? Welke stof kan dit reagens aantonen?

Lees de beide
maatcilinders af.

Oefenen

Afmaken en nakijken §1.4 

opdracht 8 t/m 24

Voorbereiden oefentoets